De geweldige concerten in Antwerpen en Brussel deden het al uitschijnen, maar wie het schijfje zelf tegen het hart mag drukken kan het na enkele luisterbeurten zonder meer bevestigen: An Pierlé heeft haar sterkste collectie songs dusver uitgebracht, met een groep en een cd die allebei 'White Velvet' (met een betekenis gaande van sixtiesplaten over cakerecepten tot reuzenpoedels) gedoopt werden.

Op 'White Velvet' wordt het in de eerste plaats extra duidelijk wat voor een onwaarschijnlijk knappe nummers het koppel An Pierlé/Koen Gisen uit de mouw weet te schudden. De prachtige opener 'Jupiter' grijpt de luisteraar meteen zachtjes maar zeker bij de kraag, waardoor ontsnappen quasi onmogelijk wordt. Ook een akoestisch tussendoortje als 'Many Roads' of het liefdesduet met de ongelukkige titel 'Closing Time' (Tom Waits heeft hier weinig mee te maken) halen het onderste uit het compositiekannetje. Het hele album klinkt verfrissend en modern, hoewel er een collectie aan vintage geluiden insteekt die zonder meer knipoogt naar de sixties en seventies; of hoe moeten de gitaar/mellotron-harmonieën in 'Good Year' (Because if now is all there is / I'm philosophically quizzed / When does time take time to look behind?) anders beschreven worden? Indrukwekkende popsingles kunnen dankzij de release van het semi-jazzy 'How Does it Feel' nog niet afgeschreven worden en de trompetsolo in 'I Love You' (overigens lyric van het jaar: If I save your neck / It's to break your back) doet zelfs denken aan 'Penny Lane' (en Beatlesvergelijkingen worden niet rondgestrooid). 'Not the End' combineert dan weer een motherfucker van een groove met krakend Hammondgeknars, geluidsamples en een betoverend mooi refrein, terwijl het melancholische maar vervaarlijk dichterbij sluipende 'Poor Danny' naast een zachtjes sluimerende accordeon een stemuithaal bevat die Björk herself plat op haar nochtans niet onfijne gezicht doet vallen.

Pierlé experimenteert voor de rest minder met haar stem en losse geluiden dan op voorganger 'Helium Sunset' (2002), waardoor 'White Velvet' in elk geval een consistenter geheel vormt. Ook laat de bende enkele oprecht vrolijke nummers horen: 'Mexico' is dankzij leuke percussiegeluidjes en drukke pianoriedels zo aanstekelijk dat het bijna oneerlijk lijkt. Dansneigingen zijn tijdens 'It's Got to Be Me' (met pauken naast rimshots en meer dan fantastische achtergrondvocalen) pas écht moeilijk te weerstaan, niet gedeeltelijk omwille van de werkelijk perfect uitgekiende instrumentatie. De ritmesectie Klaas Delvaux/Peter De Bosschere doet volledig zijn werk: een muurvaste basis leggen en af en toe een iets opvallender accent naar voren schuiven, zoals bij de allesbehalve te onderschatten drums in de fijne rocker 'Snakesong', die garant staat voor huiverende strijkers over een dartelend pianootje.

Uiteraard is er ook nog dat mannetje met de gitaar dat steeds naast Pierlé staat: Koen Gisen heeft de borstel die alle details gladstrijkt stevig in de hand. Op 'It's Got to Be Me' speelt hij de Belgische Eric Clapton, terwijl hij in het onmiskenbare hoogtepunt 'Tenderness' (de essentie van de orgastische popsong, mét theremin) met verve de David Gilmour-regionen opzoekt. Maar naast 'Tenderness' blinkt er nog een ander pareltje: 'Cold Winter' heeft naast de kille maar hallucinante verzen ook een refrein dat rustig en onopvallend wordt geïnjecteerd, maar na enkele opbouwende roffels volgt het shot pas. Zo onaards als het opkwam glijdt het nummer ook subtiel terug weg.

De liedjes zijn gelaagd maar vertederend, Gisens productie tot de kern herleid maar daarom absoluut niet simplistisch en Pierlés gebruik van toetsen en haar veelzijdige stem is de lijm die alles vasthoudt maar tegelijk ook de gaatjes dichtstopt. 'White Velvet' is een uit de kluiten gewassen popalbum dat zijn klinkklare stempel stevig zal drukken op het Belgische muzieklandschap. U bent verwittigd. Dames en heren: An Pierlé.

Meer over An Pierlé


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.