Eámonn Coyne is geen onbekende meer in het Keltische folklandschap. Deze Ierse multi-instrumentalist, vooral bekend om zijn aanstekelijke banjospel, ondersteunde in het verleden al gevestigde waarden als: Sharon Shannon, The Wrigley Sisters en de Schotse multiculturele folkband: Salsa Celtica. 'Honk Toot Suite' is op haar beurt dan weer een veel gesmaakte samenwerking met Kris Drever, een jonge gitaargenie die het voorbije jaar vooral door BBC gerenommeerd werd als beste nieuwkomer op de BBC Folk Awards.

De samenwerking tussen de twee heeft een heerlijk zorgeloos plaatje opgeleverd. 'Honk Toot Suite' is een mengelmoes van traditionele nummers en eigen werk. Het geheel steunt voornamelijk op gitaar en banjo, subtiel bijgestaan door de bodhrán (de Ierse lijsttrommel). 'House Jigs' opent het album al meteen met een opzwepende noot en een imposant staaltje muzikaal kunnen. Dit nummer is de perfecte samensmelting tussen drie bestaande nummers. In de slechts drie minuten dat 'House Jigs' zich laat horen, gaan de hoofdstukken zo perfect in elkaar over dat enig onderscheid onmogelijk wordt. Door deze melodieën harmonisch in elkaar te laten overgaan lijkt het duo het gevaar van muzikale leegte –zeker bij zulke beperkte muzikale bezetting- op te lossen. Een nog straffer voorbeeld moet dan wel 'Peninsula Set' zijn. Weer worden drie riffs zorgenloos met elkaar gecombineerd, maar leuk extraatje is dat het hier gaat om een respectievelijk Ierse, Engelse en Schotse melodie. Coyne ruilt de banjo tijdelijk voor een tenorgitaar en weet de stukken opnieuw perfect in elkaar te puzzelen. 'The Viking's Bride' is dan weer een Noorse ballade, geschreven door Ivan Drever, de vader van Kris. Het nummer is één van de weinige nummers met zang. De warme vocalen van Drever wordt geleid door Coyne die voor het nummer zijn mandoline van de haak heeft gehaald. Kroonstuk van Coynes kunnen op banjo is 'Roscommon Reels'. De opzwepende, uptempo banjo wordt bovendien nog eens extra bijgestaan door een contrabas. Hierdoor klinkt het nummer voller dan zijn voorgangers.

Hoewel het op elkaar laten inspelen van verschillende stijlen en melodieën al een ideale oplossing bleek om niet 'uitgehoord' te geraken op slechts twee instrumenten, zoekt het duo ook nog naar andere oplossingen. Naast de opgevoerde contrabas bij 'Roscommon Reels', zoekt 'Walking In The Dew' –tevens het meest Iers klinkende nummer van het album- dan weer heil bij een knoppenaccordeon. Hoewel deze aanpassingen in bezetting vaak redelijk beperkt zijn en het geheel overwegend trouw blijft aan bajo/mandoline – gitaarsamenspelen, geeft de sporadische instrumentale vreemde eend in de bijt het geheel toch nog net een extra boost. Ten minste, voor als de muziek zou gaan vervelen, wat bij deze twee twijfelachtig lijkt.

Meer over Éamonn Coyne & Kris Drever


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.