De tweede lp alweer, voor de Zweedse country-folkgroep Amandine, die deze keer de elektrische gitaren uit de kast haalt. 'Solace in Sore Hands' klinkt beduidend minder gelaten dan het debuutalbum 'This Is Where Our Hearts Collide' (2005) en de daarop volgende ep's 'Leave out the Sad Parts' en 'Waiting for the Light to Find Us' (beide 2006). Dit betekent niet dat er plots zwaar gerockt wordt, wél dat de (zoals steeds) erg mooie songs kunnen genieten van levendige luid/zacht-contrasten, zoals ook de verwante zielen van folk-rockband Shearwater ze kunnen brengen.
Amandine-frontman Olof Gidlöf beschikt over een aangename, breekbare stem waarmee hij voorzichtig hogere regionen afspeurt. Zijn timbre leent zich vaak tot vergelijkingen met Sufjan Stevens en ook de alomtegenwoordige banjo zal luisteraars doen denken aan Stevens' sobere meesterwerk 'Seven Swans' uit 2004. Muzikaal is Amandine echter erg verschillend van die orchestrale folkie. Gidlöf weet zich gesteund door een puike begeleidingsband; vooral John Anderssons heldere pianospel, soms aangevuld met glöckenspiel, geven de songs een bijzonder frisse allure. 'Solace in Sore Hands' start met drie songs die de dynamiek trapsgewijs opvoeren: openingslied 'Faintest of Sparks' herbergt nauwelijks meer dan een akoestische gitaar en een banjo. 'Chores of the Heart' voegt hier een ritmesectie en galmende gitaren aan toe, maar in 'Silver Bells' is het pas echt raak: de band wordt schijnbaar wakker en gaat rechtstaan, aangedreven door de rasse wirebrush-drums van Andreas Bergqvist. Het nummer krijgt bovendien een quasi-feestelijk Iers folksfeertje door Gidlöfs trompetspel en Anderssons accordeon. Tekstgewijs is het bijna vanzelfsprekend droefenis troef bij Amandine, ontstaan in het Scandinavische land met het hoogste zelfmoordcijfer. Hoewel de melancholiemeter soms zwaar in het rood gaat glijdt Gidlöf nooit af naar pathetiek, maar weet hij zijn onderwerpen ingehouden te behandelen, zoals in 'Soldiers' Hands': "Trouble's brewing in the ranks / Broken men on every flank / All the soldiers' hands are red / From all the tears and blood that's shed". 'Our Nameless Will' is het orgelpunt van dienst: in deze grootse, slepende track lijkt de band voor het eerst iets van fysieke zwaarheid te ondergaan. Dankzij het prachtig geharmoniëerde refrein wordt de luisteraar haast meegezogen in Gidlöfs verdriet. Een ander hoogtepunt is 'Better Soil', dat met zijn stijlvolle pianoriff en vlotte tempo bijna een popsong te noemen is; 'Secrets' doet door de elegante gitaar-hooks dan weer denken aan de softrock van Tom Petty. Naarmate het album vordert daagt het besef dat de grootste troef van 'Solace in Sore Hands' niet Gidlöfs oorstrelende stem is, noch zijn groep veelzijdige muzikanten, maar de kwaliteit van de songs zelf. Via de rake arrangementen wordt hun melodische rijkdom tot uiting gebracht, hetzij altijd met mondjesmaat. Hierdoor geeft de plaat slechts langzaam zijn schoonheid prijs, waardoor sommige elementen pas na enkele luisterbeurten komen bovendrijven. Er staan natuurlijk ook minder essentiële nummers op 'Solace in Sore Hands', zoals het wat voor de hand liggende slotnummer 'New Morning' of het weinig uitdagende 'Iron Wings'. Toch weet Amandine uit de buurt te blijven van echt slaapverwekkende passages en kwijt de band zich doorgaans met verve van zijn taak.
Met dit tweede album tonen de heren van Amandine opnieuw dat ze veel in hun mars hebben. De band is met bekwame spoed een waardevol oeuvre aan het opbouwen dat lands- en genregrenzen overstijgt. Als Gidlöf en compagnie volharden in deze jaarlijkse releases en het huidige niveau kunnen aanhouden, wordt Amandine in een mum van tijd een vaste waarde in de alternatieve folkscene.
Meer over Amandine
Verder bij Kwadratuur
Interessante links