Amanda Palmer kennen de meesten reeds als de vrouwelijke helft van The Dresden Dolls, het olijke duo dat grossiert in door piano gedreven cabaretrock. Al een tijdje speelde ze met het idee om - als tussendoortje - een soloalbum op te nemen, liefst op een paar weken tijd en met zo weinig mogelijk poeha. Dit plan krijgt echter veel grotere allures van zodra ze met Ben Folds een gelijkgestemde (piano)ziel tegenkomt. Hij overtuigt haar om de productie van het album door hem onder handen te laten nemen en de nummers eenzelfde brede orkestratie mee te geven als op zijn eigen soloalbums. Van het één komt het ander en zo verschijnt met 'Who Killed Amanda Palmer' niet alleen een volwaardig solodebuut inclusief begeleidend fictief mysterieus verhaal (de sfeer van Twin Peaks is nooit veraf), maar ook een website met ondersteunende filmpjes voor zes van de twaalf tracks en binnenkort zelfs een heus fotoboek. Van een tussendoortje spreekt ondertussen niemand meer.
Ben Folds is niet alleen de producer van dit album, hij bespeelt ook drum, piano, synthesizer en orgel en zorgt op een paar nummers tevens voor de achtergrondzang. Zijn inbreng is dus veel ruimer dan het louter onder handen nemen van de productie van het album. Al van opener 'Astronaut' is het duidelijk dat de nummers het gezelschap krijgen van een waaier aan ondersteunende klanken. Hierdoor klinken de songs breder en dieper uitgewerkt dan de nummers op de platen van The Dresden Dolls, die doorgaans veel rauwer en directer op band gezet zijn. Zowel 'Astronaut' als het daarop volgende 'Runs in the Family' zijn vrolijk opzwepende en uptempo popnummers waarop Amanda de toetsen van haar piano niet ontziet. Venijnig uit de hoek komende drums nemen het tempo mee op sleeptouw, waardoor het album met twee knallers op gang getrapt wordt. Het ontbreekt echter ook niet aan breed uitgesmeerde pianoballades: niet alleen tijdens het daarop volgende 'Ampersands', maar ook op 'Blake Says', 'Have To Drive' en 'The Point of it All' klinkt Amanda op haar tederst. Halverwege het nummer 'Have to Drive' krijgt ze zelfs de ondersteuning van een koor, waardoor dit het meest beklijvende van de hele cd is. Op 'Leeds United' gaan alle registers weer open, zeker als ze het gezelschap krijgt van een blazerssectie. Hoe 'over the top' dit ook mag klinken, nergens gaat het nummer uit de bocht en live gaat dit gegarandeerd voor vuurwerk zorgen. Een opvallende gast passeert de revue tijdens de track 'Guitar Hero': Raymond Pepperell, oftewel niemand minder dan 'East Bay Ray' - de gitarist van de Dead Kennedy's – komt even meedoen. "You're My Guitar Hero!", fulmineert Amanda dan ook terecht. Het buitenbeentje van het album is 'What's the Use of Wond'rin', een cover van een song uit de musical 'Carousel'. Amanda zingt het nummer samen met Annie Clark in een toonhoogte die net geen pijn doet aan de oren. Ook al is het een lichte terugkeer naar het cabaretesque van The Dresden Dolls, op dit album is het een lichte stoorzender en het enige minpuntje aan een voor de rest meeslepend en voortreffelijk werkstuk.
Amanda Palmer bewijst met dit album dat ze een songschrijver en verhalenverteller is waarmee in de toekomst nog duchtig rekening gehouden zal moeten worden. Bovendien is het haar – net als bij The Dresden Dolls – niet enkel en alleen om de muziek te doen, ze omhult het album in een waas van mystiek door het gebruik van een waaier aan ondersteunende media. Maar ook puur muzikaal is 'Who Killed Amanda Palmer' een knap album van een nu al grootse dame. Al zal de toekomst duidelijk moeten maken of ze ook zonder de hulp van piano-goeroe Ben Folds tot zulke prestaties kan komen.
Meer over Amanda Palmer
Verder bij Kwadratuur
Interessante links