Als in Zweden een popact naar voren wordt geschoven, is het altijd even opletten geblazen. Het recente verleden heeft immers meermaals aangetoond dat zelfs achter de meest gladde en kunstmatige hitparadeactjes een uitgedokterde productie met fijnzinnige elektronica durft te schuilen (Robyn, Lykke Li). Het is bij de zoete popmuziek van de 18-jarige (!) Amanda Mair ook zo. Het verhaal achter het titelloos debuut van deze gracieuze dame is even sprookjesachtig als de klank ervan. Een jong meisje met zuivere stem stond het en der op de planken van wat lokale podia in en om Stockholm en werd – zonder enige demo of MySpace - toevallig ontdekt door de talentscout van een befaamd independent platenlabel, Labrador. Sindsdien wordt miss Mair op handen gedragen.

De ingrediënten voor een tienersterretje zijn er in elk geval: vastberaden wil, bevallige verschijning (met de lange haren wapperend op de hoes) en vooral een prille leeftijd. Amanda Mair is inmiddels al drie jaar getekend bij Labrador, maar moest het omwille van haar minderjarigheid rustig aan doen. En dat heeft de nodige tijd gegeven om fijne tienerliedjes, ballades en suikerpopsongs te schrijven en dit album optimaal te laten groeien.

In zo’n geval krijgt een producer als Philip Ekström, die met The Mary Onettes al vriend aan huis was bij het Zweedse label, de vrije hand om alles te overgieten met een warme saus van licht psychedelische, atmosferische elektronica. Druppelende toetsen, ijle achtergrondstemmetjes en een subtiele reverb geven deze plaats een erg wijds gevoel. En zo wordt de aaibaarheidsfactor van deze muziek extra in de verf gezet. Want Amanda Mair heeft inderdaad een stem om verliefd op te worden.

Tegelijkertijd geeft dat de zwakte weer van deze cd: ze mist de nodige pit. Want de elektrische gitaren die ‘House’ de nodige punch zouden kunnen geven, zorgen slechts voor wat ijl shoegazer gewauwel. Waar zijn de drumpartijen, de nodige accenten en zelfs de verstevigende middentonen? Ver weggestoken. Het is leuk om een lekker geblokt vingerknipritme te zetten onder ‘Sense’ en dat met korte baslijnen tot een jaren ’50 ritme te transformeren, maar ook dan vertroebelen spacy effecten en ijle lagen de zaak. Het lijkt wel of men de echte Amanda Mair wat wil verbergen.

Gelukkig komt die in twee pianoballades zonder verdere franjes (‘Skinnarviksberget’, ‘You’ve Been Here Before’) wel aan de oppervlakte en zet ze meteen de strafste prestaties op dit album neer: broos, intiem en met een finesse die zich durft te meten aan een (jonge) Tori Amos. Plots valt op dat de liedjes die de tiener schrijft wel degelijk inhoud en diepgang hebben en dat haar stem ook doorleefd kan zijn van emoties.

Laat dit een duidelijke boodschap zijn, heren van de muziekindustrie: durf natuurtalent ook ‘natuurlijk’ te houden. De veel te gladde omkadering van deze liefdespop doet hem meteen de das om. Dat het op handen gedragen idool (dat de Washington Post zelfs durft te vergelijken met een prille Kate Bush) nog niet in staat is om de meest memorabele teksten en melodieën neer te pennen is onderdeel van het groeiproces. Het foutief aankleden van haar spontaniteit en uitstraling en het totaal fout omkaderen van haar muziek, ruikt echter naar kindermishandeling.

Meer over Amanda Mair


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.