In de strikte zin van het woord zijn de Sefarden afstammelingen van Joden van het Iberische schiereiland. In bredere zin verwijst de term naar alle Joden die leven of leefden in een overwegend Perzische, Ottomaanse of Arabische cultuur. Toen de Joden in 1492 Spanje moesten verlaten, verspreidde hun muziek zich over Noord-Afrika, de Balkan en het Midden-Oosten en geraakte zo nog verder vermengd met muzikale tradities van allerlei slag.
Vandaag de dag doet de Sefardische muziek het goed bij het publiek, met talloze uitgaven en eigen festivals. De muziek sluit dan meestal aan bij het Middeleeuws-Europese erfgoed. Daarbij wordt dikwijls vergeten dat de Sefardische traditie in de eerste helft van de twintigste eeuw in Griekenland en Turkije nog erg sterk leefde, met meerdere populaire muzikanten die het Grieks, Turks en Ladino (Judeo-Spaans) perfect beheersten. 'Musica I Cants Sefardis d'Orient I Occident' is een hommage aan die modernere traditie.

'Sien Drahmas al Dia' opent de plaat en stelt de dingen meteen duidelijk. Een klassiek-Arabisch aandoende introductie op oud en percussie wordt herhaald door een bredere bezetting met ondermeer een Griekse fluit en een kanun (een soort hakkebord uit Turkije en Armenië). Een temperamentvolle vrouwenstem mengt zich in het gewoel en plots lijkt Andalusië niet meer ver weg. Dankzij samenspel van grote klasse en uitstekende timing klinkt het geheel toch erg coherent. Door de uitgelaten, uitbundige sfeer ontmoedigt het nummer echter alle pogingen om zulke separatistische analyses te maken. Deze muziek laat zich niet in hokjes duwen.
Het is niet al grote vaart en opzwependheid wat de klok slaat. In 'Durme', een mysterieus slaapliedje, loodst een golvende baglama (Turkse luit) de luisteraar het nummer binnen terwijl op de achtergrond belletjes klinken. Zachtjes zet de cello in en subtiele percussie geeft erg bescheiden roffeltjes. De zang is hypnotiserend en zacht, maar toch bewaart het geheel een zekere zwierigheid. 'La Hermana Cautiva' zal voor de doorsnee luisteraar allicht het minst toegankelijke nummer van het album zijn. De uitgerekte zanglijnen met vele opeenvolgende kleine toonafstanden zijn kenmerkend voor de stijl waarmee de muezin oproept tot het ochtendgebed in Turkije. De anders op deze cd zo caprioolrijke, dartele fluitpartij wordt hier ingeruild voor een meditatieve, ingetogen klank. Overigens heeft het nummer veel meer te bieden dan het heel langdradig-repetitieve 'La Adúltera'.
Wat de mengeling aan culturele invloeden zo interessant maakt - naast het feit dat men een consequent, holistisch geluid weet te bewaren - is de dialoog tussen focus op melodie of op harmonie. In het plechtige 'El Galana y el Mar/Ajuar de Novia Galena' wordt deze verschillende oriëntatie van de muzikale tradities hoorbaar. Een zelfde, van oorsprong eenstemmige, melodie keert verschillende keren terug, de ene keer unisono, de andere keer met een eenvoudige basstem eronder die plots diepte creëert. Hiermee neigt de aandacht weg te schuiven van de rijke melodische versieringen.

Aman Aman levert een erg sterk album af. Het is bovenal een ode aan het samenspel geworden, die dankzij doordachte arrangementen en een indrukwekkend veelzijdige zangeres van bij de eerste beluistering op de ziel weet in te werken, hoewel de ritmische structuren van de liederen van allerlei afkomst vaak complex zijn. Dat is dan meteen een van de vele redenen waarom 'Musica I Cants Sefardis d'Orient I Occident' ook na de eerste beluistering blijft boeien.

Meer over Aman Aman


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.