Als vrije improvisatoren hebben de leden van het Britse kwartet Alterations uiteraard lak aan conventies. Zeker aan de conventies van de vrije improvisatie! Waar deze benadering vaak staat voor abstracte muziek laten zij – juist omdat het binnen het genre niet gewaardeerd wordt – stijlreferenties maar al te graag toe. In de plaats van hermetische geslotenheid komt hier dan een – soms grappige – speelsheid die voornamelijk de Berlijnse opnames (1981) kenmerkt. Niet in het minst door de wel erg uitgebreide instrumentatie: 'klassieke' instrumenten als piano, fluit, (elektrische) gitaar, basgitaar, alle mogelijke vormen van percussie of saxofoon delen het podium met speelgoedversies van instrumenten, ratels, ballonnen, feedback of een sirene. Om 'reed in cup', 'chicken box' of 'toy drumming monkey' niet te vergeten.
De muzikale referenties kunnen de luisteraar bovendien een houvast geven. In het meer dan 10 minuten durende 'Blacknell 1' klinkt dat zo: een grillige pianopartij met dissonante clusters schuift via jazz op naar vaag impressionistische samenklanken. Een herhaalde melodie en noise – als een gestoord beeld op tv – later komt het kwartet uit op de tenenkrullendste stomme film country. Om daarna verder te springen naar een krakende gitaar en beukende pianoakkoorden die zo uit een romantisch concerto weggelopen zijn. Op het einde wordt een even bluesy als rock'n'roll akkoordenschema dan bedolven onder allerlei geluiden. Een houvast dus, maar niet meer dan dat. Dit blijft op en top muziek vanuit de vrije improvisatie met zekere graad van abstractie: geen terugkerende structuren, wel naar elkaar doorschakelende episodes. En naast al het herkenbare ook vreemde, ondefinieerbare en vage geluiden, melodieën en ritmes.
Dat deze muziek ondanks het (bewust) controversiële ook gewoon mooi kan zijn, wordt vooral duidelijk in de zachtere passages zonder stijlreferenties. Het kreunend gefluit en gitaargekraak op de herhaalde baslijn uit 'Berlin 5' wordt hierbij alleen overtroffen door 'Tilburg 3': een zagerig geluid met lekker neuzelende altsax en lage fluitklanken of de zwalpend nazinderende bas- en gitaarlijn met sporadisch gepiep van de altsax. Dit mogen dan vrij onplaatsbare momenten zijn, in hun uitgepuurde concentratie klinken ze beklijvend. 'Voila Enough!' klinkt zo soms bloedmooi, grappig, vreemd, onherkenbaar of boordevol referenties. Maar nooit wordt het een cadeautje voor de chillend consumerende luisteraar.
Meer over Alterations
Verder bij Kwadratuur
Interessante links