Van Borodins opera 'Prins Igor' is weinig meer bekend dan de 'Polovtiaanse Dansen', die het, door hun quasi-Aziatische melodieën en opzwepende dansritmes altijd goed doen als opener van een concert. Toch is Borodins enige opera beslist meer waard dan deze dansen alleen. Naxos brengt op deze cd de highlights uit 'Prins Igor', met Ukraïnse solisten, begeleid door het Radio Symfonieorkest van dat land.
Borodin werkte meer dan acht jaar aan 'Prins Igor', en bij zijn dood in 1879 bleef de opera onafgewerkt, tot Borodins collega's Rimsky-Korsakov en Glazunov zich met de afwerking bezighielden en een uitvoerbare versie in elkaar staken. Het is een verhaal dat diep in de Russische romantische traditie geworteld is, een historisch epos over de oorlog die de middeleeuwse Russische tsaren zouden gevoerd hebben tegen de Polovetsen, een ruitervolk uit Midden-Azië. De muziek van het werk wordt dan ook gekenmerkt door een combinatie van Russische en namaak-Aziatische (Kazakstaanse, Georgische...) volksmuziek.
Na een mooie en verrassend moderne ouverture, die het West-Europese symfonische ideaal combineert met het soort van oriëntalismen waarmee deze opera doorspekt is, worden de vier hoofdpersonages voorgesteld met hun belangrijkste aria. Voor Galitsky, uitgevoerd door bas Taras Shtonda, is dat het humoristische "Greshno tait", gebaseerd op een luchtig Russisch volksliedje. De vier zangers zingen allemaal met een donker, enigszins zwaar stemgeluid dat typisch is voor deze Russische zangstijl en wel goed bij de muziek past. Zo klinkt mezzo-sopraan Angelina Shvachka net als een alt, met een duistere, weinig gefocuste klank. Alleen op haar hoge noten, die zij erg vlot en beweeglijk neemt, merkt de luisteraar dat zij mezzo is. Minpuntje is wel dat haar ademhalingen soms wat ongelukkig vallen en daardoor net de muzikale zin breken. Bariton Mykola Koval, die de rol van Prins Igor vertolkt, valt dan weer op door de precisie en muzikaliteit waarmee hij zijn aria: "Ni sna, ni otdikha" uitvoert, ook al klinkt ook hij eerder als diepe bas dan als bariton. Tenor Dmytro Popov valt dan weer op door zijn krachtige stem en gecontroleerde, snelle vibrato en verstaanbare tekstuitspraak. De Polovtiaanse dansen zelf, die hier niet kunnen ontbreken en gebracht worden in de versie met koor, worden bijzonder snel en virtuoos uitgevoerd, wat de massa snelle loopjes in de houtblazers wat overhaast doet overkomen. Verder ontbreekt het deze muziek natuurlijk niet aan het nodige vuur: het geheel wordt vlot en zonder veel overbodige dramatiek gespeeld. Zelfs de melodieuze, tragere gedeeltes, worden tegen een aardig tempo gebracht.
Naast de highlights uit 'Prins Igor' krijgt de luisteraar ook Borodins 'In de Steppen van Midden-Azië', een kort symfonisch gedicht dat met behulp van diezelfde typisch oosterse melodiewendingen een beeld schildert van de Russische vlaktes. In het begeleidende boekje, dat Naxos traditiegetrouw eerder karig houdt, wordt wel de tekst van de verscheidene aria's afgedrukt. Daarnaast geven ze ook een summiere inhoud van de rest van de opera, zodat de luisteraar zich toch een volledig beeld van het verhaal kan vormen.
Naxos maakt eigenlijk alleen maar cd's met weinig bekende musici en orkesten, en soms valt dit tegen. Vaak echter, is het niveau zonder meer aanvaardbaar, hoewel de cd geen echte hoogvlieger is. Dat is hier precies het geval, want deze cd is zeker in orde, zonder echt beklijvend te zijn.
Meer over Alexander Borodin
Verder bij Kwadratuur
Interessante links