In 2009 bracht de knettergekke hippie folkrockband Edward Sharpe & The Magnetic Zeros, afkomstig uit Los Angeles, eerst een EP uit en in datzelfde jaar ook nog een langspeler. Dit jaar wordt een tweede volwaardig album van de inmiddels graag geziene groep verwacht. Toch voelde frontman Alexander Ebert het nu al dermate kriebelen om tussendoor vlug een soloplaat in te blikken, ‘Alexander’ genaamd. Eigenlijk is hetgeen hij opnam voor dit project min of meer vergelijkbaar met dat van zijn kompanen bij Edward Sharpe, alleen zijn de verschillende composities veel minder bombastisch, groots en uitbundig uitgewerkt. Wel is de krankzinnige voetnoot vaak aanwezig. Tegelijkertijd wordt het album evenzeer gekenmerkt door ingetogen passages.

Vanaf openingsnummer ‘Let’s Win!’ wordt een sfeer geschapen van ongedateerde hippieverwante muziek. Dit gevoel zweeft als een aureool boven het ganse album. Gelukkig is dit geen indicatie dat ‘Alexander’ een eentonig album geworden is, integendeel. Her en der komen namelijk andere invloeden bovendrijven, weliswaar zonder de hippie- of folkfilosofie te verloochenen. Zo lijkt ‘Truth’ op basis van het kunstfluiten leentjebuur te spelen bij iemand als Ennio Morricone of Guano Padano. De zangpartijen refereren dan weer eerder naar een oubollig antecedent van The Red Hot Chilli Peppers. ‘In The Twilight’ klinkt op zijn beurt als een afvallige en – tegen ’s mans huisstijl in – vrij goedgeluimd Peter Doherty, toch wat de sfeer betreft. De tekst is daarentegen donker en volledig zonder omwegen verwoord. Hierbij komt ook Paul Simon ergens om de hoek kijken. Nog verder op het album dient nog de naam van ene Bob Dylan te vallen (qua zang in ‘Awake My Body’ en qua compositie in ‘Bad Bad Love’).

Nu werd echter voldoende aan namedropping gedaan, waardoor nog niet gemeld werd dat Alexander Ebert – naast Edward Sharpe – participeert in een ander collectief, namelijk Ima Robot. Deze band laat zich het best omschrijven als psychedelische folktronica. Ook deze achtergrond is hoorbaar op ‘Alexander’: hier en daar zijn namelijk elektro-injecties aangebracht, zoals bijvoorbeeld in ‘Awake My Body’.

Alsof er dan ten slotte nog niet genoeg uit diverse vaten werd getapt, komt ook nog de onheilspellende en zeer donkere zanger-liedjessmid – voorzien van de nodige belletjes – naar boven die zo uit de tachtiger jaren lijkt ontsnapt (‘Old Friend’) en waar ook een zweem The National in vervat zit. Hierin zingt hij “My heart is confetti“, welaan: zijn gehanteerde invloeden zijn evenzeer veelvuldig als confetti.

Alexander maakte op zijn zelfgetitelde debuut vooral ruimte voor zijn eigenwijze plezier. Hierbij tapte hij bovendien zonder veel omwegen vrolijk uit zijn muzikale achtergrond, zodat dit album vaak enorm veel weg heeft van een rondleiding doorheen de Amerikaanse folkmuziek van de laatste veertig jaar. Alexander weet echter als geen ander deze muziek in een tijdloze jas te gieten, waardoor hij hiervoor de geknipte gids lijkt.

Meer over Alexander


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.