Een opera (en bijhorende componist) waarmee weinigen vertrouwd zijn: Griselda van Alessandro Scarlatti, vader van de componist Domenico Scarlatti. En terwijl die laatste zich op de grens met Mozarts klassieke tijdvak bevindt, zijn de werken van vader Scarlatti nog volop barok en dat zal de luisteraar geweten hebben.
De aria's en recitatieven die elkaar drie aktes lang afwisselen zijn archetypisch voor het soort eerder conservatieve barokwerken die in de late 17de en vroege 18de eeuw geschreven werden in Italië. Elke scène (en er bevinden zich gemakkelijk 15 scènes in een akte) begint met een recitativo of geïntoneerde vertelling, begeleid door clavecimbel, cello, luit of (één keer) fagot waarin een deel van het verhaal uit de doeken wordt gedaan en sluit af met een aria die gewoonlijk alleen door strijkers begeleid wordt. Het is dan ook een opluchting wanneer die volgorde doorbroken wordt door een instrumentaal tussenspel, sinfonia, zoals de 'Sinfonia per lo Sbarco' in de eerste akte, of een – zeldzaam – duet, trio of kwartet. De indrukwekkende partij voor jachthoorns (corni da caccia) in een 'Sinfonia di Caccia' in de tweede akte moet de geest van een herfstelijke jachtpartij oproepen en trompetten en pauken openen de opera feestelijk met een traditionele driedelige ouverture (snel-traag-snel). Maar het verschijnen van blaasinstrumenten is eerder uitzonderlijk in Griselda en het is een opluchting om fluit of hobo te horen, naast de gebruikelijke strijkers. Scarlattis aria's moeten het hebben van hun spiritualiteit, de barokke affectenleer en hun mooie structuur, helaas drie zaken die de gemiddelde luisteraar weinig zullen zeggen. Ook de recitatieven, die harmonisch erg complex in elkaar zitten, betekenen weinig voor een twintigste-eeuws oor dat al veel brutalere samenklanken gewoon is. Men vindt niet direct een duidelijk verschil tussen de zes karakters van deze opera: 2 mannelijke rollen zijn oorspronkelijk voor castraatzangers geschreven en worden nu door vrouwen gezongen. Het verschil tussen aria's die na een eerste beluistering gevaarlijk gelijkaardig klinken, bevindt zich in de affectenleer die nauwkeurig regeltjes neerlegde over hoe bepaalde gevoelens en karakters muzikaal weergegeven moesten worden. Dit maakt Griselda voer voor musicologen en barokspecialisten, maar eerder eentonig voor een gemiddelde luisteraar.
Dit alles wil echter niet zeggen dat deze drie cd's slecht zouden zijn, verre daarvan: René Jacobs' Akademie für Alte Musik speelt het geheel, op authentieke 18de-eeuwse instrumenten, met verve en de uitvoering is zoals te verwachten van de bovenste plank. De Amerikaanse contratenor Lawrence Zazzo is opmerkelijk goed als Gualtiero, koning van Sicilië, een rol die oorspronkelijk zelfs voor castraat werd gecomponeerd en Dorothea Röschmann schittert als een elegante Griselda. De zangpartijen zijn ten allen tijde effectief en goed gezongen en hetzelfde kan gezegd worden van het orkest. Jammer alleen dat de opera zelf eerder kenners zal aanspreken.

Meer over Alessandro Scarlatti


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.