Toen Alela Diane op haar negentiende Nevada verliet om te gaan studeren in San Francisco besloten haar ouders plots te scheiden en het ouderlijk huis te verkopen. Het enige lichtpuntje in deze zaak is dat ze Alela Diane aanzette om intensiever met muziek bezig te zijn. Een jaar later besloot Alela Diane te gaan rondtrekken in het zuiden van Frankrijk. Daar ontstonden de songs van 'The Pirate's Gospel' die ze na haar terugkeer met de hulp van haar vader opnam.
Het resultaat is geen collectie zwartgallige of in zelfbeklag gedrenkte nummers. De folkachtige songs verwijzen naar de situatie, maar laten ook ruimte voor humor en relativering. Ze zijn melodisch en harmonisch heel helder en klassiek van opzet. Het overwicht van Alela Diane's stem en akoestische gitaar versterken het folkachtige element, maar er gebeurt gelukkig voldoende om de plaat de hele duur (van net geen 40 minuten) boeiend te houden. De enige muzikale tegenvaller is 'Clickity Clack' waar melodisch net te lang rond de pot gedraaid wordt.
Wanneer Alela Diane in het openende 'Tired Feet' voor repetitief getokkel in een spanningsloze akkoordenreeks kiest, wordt de geest van Leonard Cohen opgeroepen, maar doorgaans is de invloed van CocoRosie prominenter. Het zijn niet zozeer de vreemde klankjes van het zusjespaar die hier aanwezig zijn, maar eerder het algemeen bevreemdende. Dit verschijnt op heel wat songs van 'The Pirate's Gospel' door de hartverwarmende meerstemmigheid. Vaak gaat het om niet meer dan het harmoniseren van de melodielijn, maar in 'Tired Feet' wordt iets verder gegaan en gedragen de zangstemmen zich als onafhankelijke lagen.
Door het gebruiken van kleine en voor de hand liggende klankveranderingen (fluiten, fluisteren of neuriƫn) verandert de muziek geregeld van kleur, een effect dat verder vergroot wordt door het wisselen tussen de gewone zangstem en de dunnere klank van de kopstem. Alela Diane weet door al deze kleine ingrepen en een heel integere songwriting heel aparte, maar zelden uitgesproken sferen op te roepen. De titelsong klinkt als een hoempa-zeemanslied en de driekwartsmaat van 'Foreign Tongue' zorgt eens niet voor een walseffect, maar is eerder schatplichtig aan middeleeuwse kasteeldansen. In 'Sister Self' zorgt een slidegitaar dan weer voor een bluesy effect.
Natuurlijk past Alela Diane in de stoet van singer-songwriters die de laatste jaren de muziekwereld overspoelen, maar dat neemt niet weg dat 'The Pirate's Gospel' mooi luistervoer blijft. Tenslotte zet Alela Diane hier een traditie voort die al langer bestaat dan de zogenaamde nieuwe folk. Wie van opportunisme wil spreken is bij deze jongedame aan het verkeerde adres.
Meer over Alela Diane
Verder bij Kwadratuur
Interessante links