De Nederlandse pianist Albert Van Veenendaal heeft al vele muzikale watertjes doorzwommen. Gestuwd door zijn muzikale nieuwsgierigheid speelde hij mee in jazzcombo's, muziektheaterensembles en literaire concerten en componeerde hij voor gezelschappen die zich graag laten beïnvloeden door jazz, folk of avant-garde. 'Minimal Damage' is een solowerk dat volledig is gewijd aan de prepared piano. Door een uitgekiende plaatsing van allerlei prullaria tussen de snaren van zijn vleugelpiano creëert Van Veenendaal een verrassend klankpallet dat hem in staat stelt om onbewandelde muzikale paden te exploreren.
De eerste helft van de zestien tracks op dit album zijn met meer voorafgaande beredenering ontstaan dan de tweede helft. Veel van deze tracks worden gekenmerkt door een sterk ritmisch karakter. Ingenieuze pianoritmes worden minutieus geconstrueerd maar tegelijkertijd met aandacht voor melodie. Soms klinkt het zelfs alsof een percussionist een handje is komen toesteken.
Openingstrack 'The Spyder and the Vampire' is onmiddellijk een schot in de roos en demonstratief voor dit album. Percussief klinkende pianoaanslagen zetten samen met gewonere pianoklanken het ritmische patroon uit. De sfeer is rustig maar toch enigszins vreemd. Na anderhalve minuut omwikkelt Van Veenendaal het ritme verder met knappe vloeiende klankkleuren die eerder door een synthesizer of op een soort vibrafoon lijken te zijn gegenereerd. Een bizarre break onderbreekt het geheel. Snarengeschuur en het geluid van een ventilator die tegen de snaren wordt gedrukt leveren een fascinerend geluid op. Nadien wordt de ritmiek van in het eerste deel hernomen en zorgen heldere pianotoetsen voor een voller geluid en een knappe finale.
Met zijn frenetieke, koele, haast mechanische ritmiek zou 'Pirouetteke' dan weer zonder probleem kunnen worden aangewend in het betere elektronicawerk. De titeltrack lijkt zich door zijn vage funkhints te ontpoppen tot de meest toegankelijke track van het album, ware het niet dat gaandeweg het tempo wordt opgedreven en dat de oorspronkelijk ontspannen sfeer omslaat in een nerveuze spanning.
De tweede helft van de plaat is eerder al improviserend tot stand gekomen. Dat vertaalt zich in tragere nummers waarbij er meer ruimte is voor contemplatie en introspectie. De focus op ritme moet wat wijken voor meer aandacht voor klankkleuren en de exploratie daarvan. Twee tracks trekken zelfs voluit de kaart van puur geluidsonderzoek met in de hoofdrol (bijna)stilte, geïsoleerd snarengeschuur en enkele desolate pianoaanslagen. Ook aanwezig is een originele interpretatie van de Mingus-klassieker 'Goodbye Pork Pie Hat' waarbij het zwoele, haast melancholische thema opduikt tussen kabbelende naar gamelanpercussie neigende bewerkte pianoklanken.
Solopianoplaten volledig uitluisteren vergt vaak een zeker uithoudingsvermogen van de luisteraar. Met 'Minimal Damage' is Albert Van Veenendaal er echter in geslaagd om een werk af te leveren dat avontuurlijk en gedurfd klinkt, maar tegelijkertijd door zijn hoge graad van variatie weet te boeien tot op het einde. Bovendien klinkt dit werk verrassend toegankelijk. Voor een dergelijk huzarenstuk - Van Veenendaal nam zelf het werk op en verzorgde ook nog eens de mix - nemen wij maar al te graag onze spreekwoordelijke hoed af.