Alasdair Roberts is een Schotse singer-songwriter die eind jaren '90 naam maakte met zijn groep Appendix Out. Dit folkgezelschap werd opgemerkt door toenmalig Palace-opperhoofd Will Oldham, die besloot de eerste single 'Ice Age' op zijn Palace Records uit te brengen. Het is geen toeval dat Oldham zo enthousiast was over Appendix Out: zowel de traditionele stijl als Roberts' breekbare tenor sloten opvallend nauw aan bij zijn eigen werk. De relatie leidde tot split-albums met goed volk als Songs: Ohia's Jason Molina en tot de gelegenheidsgroep Amalgamated Sons of Rest (een gezamenlijk project van Roberts, Oldham en Molina). Roberts blijkt solo echter minstens even actief: sinds 2001 brengt hij om de twee jaar een album onder zijn eigen naam uit, alternerend tussen herwerkingen van oude volksliederen en eigen materiaal.

'The Amber Gatherers' is Roberts' vierde album en hoewel hij hier uitsluitend eigen composities brengt, hoort men nauwelijks een verschil met zijn coveralbums. De elf nieuwe songs zouden immers evengoed drie eeuwen geleden geschreven kunnen zijn, waardoor de zanger aansluit bij de Britse traditie van old school folkartiesten als Richard Thompson, Steeleye Span en Fairport Convention. In tegenstelling tot het gros van zijn vorige solo-uitingen doet Roberts hier beroep op een vaste begeleidingsgroep, met onder meer de multi-instrumentalist Gerard Love van indiefavoriet Teenage Fanclub. Een verstandige keuze, want hoewel Roberts een meer dan begaafde zanger-gitarist is, leveren zijn collega's een sterk en gevarieerd kader voor 's mans trieste nummers over sterfelijkheid en verdriet. 'The Amber Gatherers' is echter niet wars van enige lichtvoetigheid: 'Riddle Me This' vertoont een optimistisch trekje dankzij de speelse percussie van Tom Crossley (ook bekend van de experimentele indiegroep International Airport). Roberts' Schotse accent verleent zijn teksten een archaïsche charme: frasen als "Though the road be dark and hollow / (...) I will make no quarrel" ('Where Twines the Path') klinken geheel natuurlijk in het pseudo-renaissancesfeertje. In de huppelende meezinger 'I Had a Kiss of the King's Hand' en het sombere 'I Have a Charm' levert de groep een subtiele maar essentiële bijdrage en in 'Firewater (Library of Aethers)' ondersteunen de meezingende bandleden Roberts in een bijna humoristisch aandoend vraag-en-antwoord refrein. Van echte hoogtepunten kan moeilijk gesproken worden, aangezien de artiesten gedurende het hele album een consistent hoog niveau weten aan te houden en sommige songs hun identiteit pas prijsgeven na herhaalde beluistering. Een pijnpunt van slechts relatief belang is dat Roberts zich nogal comfortabel lijkt te voelen in zijn knusse niche: hij waagt zich nooit zelfs maar in de buurt van de geijkte genregrenzen. Hierdoor komen zijn liederen, waarin nochtans gretig gebruikt wordt gemaakt van onderwerpen als dood en moord, vormelijk soms wat braaf over.

'The Amber Gatherers' bewijst vooral hoe Alasdair Roberts in tien jaar tijd is uitgegroeid tot Will Oldham's gelijke. Meer nog, waar die laatste in de loop van zijn (weliswaar aanzienlijke) carrière meer dan eens een ongelukkige keuze heeft gemaakt, is Roberts' solowerk van een steeds onberispelijke aard gebleken. Vanwege zijn ingehouden, sobere stijl zal dit vierde album wellicht minder mensen aanspreken dan pakweg Joanna Newsoms uitstekende 'Ys': men kan de zanger niet meteen een bijzonder opvallend of persoonlijk geluid verwijten. Dit mag echter geen reden zijn om 'The Amber Gatherers' links te laten liggen. Dit is een topper in het folkgenre met enkele songs die even mooi zijn als Oldhams beste werk.

Meer over Alasdair Roberts


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.