Men zou de in Duitsland woonachtige Japanse pianiste Aki Takase gerust "thuis" kunnen noemen in de duobezetting. Ze speelde voor Intakt al albums bij elkaar met onder meer pianovirtuoos en beeldenstormer Alexander von Schlippenbach en met rietblazers als Rudi Mahall, Louis Sclavis en Silke Eberhard. Aan die verschillende verhalen breidt ze nu een volgend hoofdstuk aan de zijde van de Nederlandse drummer Han Bennink, die zich steeds meer wil profileren met zijn grafische kunst, maar in de eerste plaats toch een geweldig percussionist blijft. Wie werk van de man kent of zijn excentrieke verschijning al live aan het werk zag, is zich allicht bewust van zijn reputatie als koppig, genadeloos tegendraads en tegen beter weten in subversief drummer die het zijn kompanen nooit gemakkelijk maakt. Nochtans werd Bennink meer dan vijftig jaar geleden opgepikt in het jazzland aan de andere kant van de oceaan, in traditionele contexten die mijlen ver afstaan van het geweld waar Bennink zich tegenwoordig aan waagt.
Met Aki Takase houdt hij er echter een minder expliciet "vijandige" relatie op na. Zijn drumwerk steekt geregeld een handje toe in de effecten en sferen die de Japanse wil opwekken, waardoor momenten van grote cohesie kunnen ontstaan. Zij worden echter afgewisseld met speelse vormen van oorlogsvoering, waarin Bennink het de melodievormende Takase het vuur aan de schenen legt en verwoede pogingen onderneemt het laatste woord te krijgen. In 'Zankapfel' is de luisteraar bijvoorbeeld getuige van hoe het duo onderling strijd levert. 'Two for Two' is dan ook een plaat die goochelt met twee uitersten: de geïntellectualiseerde of heel humoristische balladevorm enerzijds en de lichtzinnige, maar tegelijk verbeten clash tussen twee woelwaters anderzijds. Wat het geheel samenhoudt, zijn verwijzingen naar inmiddels gesacraliseerde vormen van jazz, zoals de geestige intermezzi waarin Takase rechtstreeks de hakkelige stijl van Thelonious Monk overneemt. In die passages (onder meer tijdens het interpreteren van standards van Monk) en in de thema's die Takase zelf schreef met referenties naar de man, gaat het duo soms echter over de schreef. De ontsporende parodie wordt wat te doorzichtig en Takase maakt van haar brokkelige totaalgeluid teveel een gimmick.
'Two for Two' had dus een betere plaat kunnen zijn. Niet als Bennink en Takase met gladgestreken gezichten zouden gemusiceerd hebben, maar wel als ze de al te flauwe fratsen vaker uit de weg waren gegaan. Nog steeds blijft het album echter een avontuur, en wel omdat Bennink zich vrijwel nergens bedient van clichés en even goed omwille van Takase, wiens handen en hoofd soms meerdere richtingen tegelijk lijken uit te schieten. Hun gezamenlijke uitbarstingen vragen af en toe om rustpunten, maar die hadden minder grotesk mogen zijn, ten bate van het emotionele of traditioneel esthetische.