Goed vijftien jaar na 'Live in Berlin' komen pianisten en levenspartners Aki Takase en Alexander von Schlippenbach met een tweede duoplaat. 'Iron Wedding' is een staaltje genreoverstijging waarbij standaardcategorieën als geïmproviseerd en gecomponeerd, samen met een handvol stijlen moeiteloos overstegen worden, een album moderne muziek zoals van deze twee klassemuzikanten verwacht mag worden.

De twee piano's klinken nu eens vervlochten, dan weer duidelijk te onderscheiden, maar de muziek is steeds vrij van spektakeldrang. Takase en von Schlippenbach spelen allebei indrukwekkend gecontroleerd, letterlijk geen enkele klank springt onvrijwillig uit de band: nooit klinkt er iets te luid, te zacht, te vroeg of te laat. De pianistieke perfectie van het duo en het hele gave klankbeeld dat er uit volgt, resulteren hier niet in mechanische muziek. De muzikaliteit van het pianokoppel blijft van de eerste tot de laatste klank domineren.

Door de esthetische benadering krijgen melodie, harmonie en vorm een centrale plaats en klinkt het geheel, hoewel resoluut compromisloos, heel toegankelijk. Het werken met ideeën, bewegingen en soms zelfs thema's gebeurt zo duidelijk dat de muziek steeds open klinkt: hier geen hermetische geslotenheid, maar een parcours dat ook te volgen is voor niet-ingewijden. 'Circuit' is opgebouwd uit korte bewegingen, clusters of kleine melodische uithalen die geleidelijk aan in elkaar schuiven, terwijl in 'RTP' verschillende polyfone lagen met elk hun eigen thematisch materiaal, naast elkaar lopen. Heel indrukwekkend klinkt 'Twelve Tone Tales', een stuk dat von Schlippenbach reeds opnam op zijn gelijknamig solo-album. Het basisthema wordt hier verder uitgewerkt en getransformeerd, waarbij er nu ook nog eens een tweede pianopartij met nieuw materiaal over geschoven wordt.

Meermaals valt op dat Takase en von Schlippenbach niet de eenvoudigste weg nemen. Wanneer het duo op 'Gold Inside' de bekende technieken van de prepared of inside piano gebruikt, belandt het niet in het populaire repetitieve of percussieve straatje, maar houdt het de eigen esthetiek aan. Ook vormelijke "gemakzucht" wordt vermeden. Dat de drie geledingen van 'Passacaglia 1, 2, 3' vertrekken vanuit dezelfde basisformule laat zich raden, maar een luisteraar die het ook echt wil horen, zal mogelijk even moeten puzzelen. Van de zeventien tracks op de cd lijkt alleen 'Steinblock' wat "gemakkelijk". Het verhaal van herhaalde clusters in verschillende tempi en registers is klaar en duidelijk, maar daarmee ook snel uitverteld, waardoor de track na een halve minuut de spankracht verliest.

Naast de intrinsieke muzikale kwaliteiten van Takase en von Schlippenbach laat 'Iron Wedding' ook horen hoe de twee hun grote muzikale bagage en kennis weten te gebruiken binnen een heel eigen visie op de muziektraditie. Het album klinkt als een heel persoonlijke synthese van de melodische atonaliteit van Berg, het compacte van Webern, de eigenzinnigheid van Monk of Mingus en zelfs het speels van Fats Waller (de energieke ritmiek van 'Yui's Dance'). In de dromerige, dichte harmonieën van 'Dwarn's Late Light' dwaalt de geest van Debussy rond en de titeltrack lijkt met de energieke opstoten te verwijzen naar de romantische pianomuziek van Liszt. Al deze referenties blijven echter vaag en onderworpen aan de plannen van de muzikanten zelf. Wanneer die muzikanten Aki Takase en Alexander von Schlippenbach heten, mag het versleten etiket "essentiële plaat" toch nog eens bovengehaald worden.

Meer over Aki Takase & Alexander von Schlippenbach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.