De Fransman Vincent Villuis is een grote mijnheer in het rijk van fantasievolle cybermuziek. Met zijn alter ego Aes Dana heeft hij immers enkele baanbrekende goa ambient releases op zijn naam staan. Daarnaast is de klankfetisjist ook stichter van het befaamde Ultimae label, dat zowel visuele als auditieve topkwaliteit in zijn nichesector nastreeft. Zevende studioalbum ‘Pollen’ verwijst naar de kruisbestuiving tussen muziek, geluid, technologie en menselijke manipulatie en is gebaseerd op fieldrecordings en alledaagse ervaringen, die in de huisstudio dermate digitaal verwerkt werden dat een heus elektronisch kunstwerk tot stand kwam.
‘Pollen’ zoekt de verhouding op tussen loodzware, traag rommelende beats en uitermate diepe, kalmerende klankgolven. Gedrevenheid ontmoet emotie en beiden komen samen in diverse, smaakvolle mengvormen. Aes Dana is en blijft een ambientgrootmeester die goochelt met onderhuidse bassen, onaardse cybergeluiden en bevreemdende sfeerelektronica. Donker grommende loops voorzien een extra dimensie in het pompende ‘Conditioned’, waarin de dromerige gelaagdheid het toch even laat afweten. Droog gekraak en geknisper zorgt in deze housetrack voor het nodige fingerspitzengefühl.
Op andere momenten wordt het expliciet 4/4 tranceritme wel overstelpt met filmische taferelen vol psychedelische bubbeleffecten en minutieus uitgezuiverde klanken, zoals in ambientopener ‘Jetlag Corporation’, die het hoofd van de luisteraar stevig aan het tollen brengt. Het heerlijk diep borrelende ‘A Carmine Day’ vindt misschien nog wel de mooiste balans. De onderlaag bevat drammende bassen en scherpe hihats, een warme middenlaag holle tunes en ver galmende nevelslierten vult die netjes op. Als kers op de taart wordt bovenop hoge knisperelektronica gedrapeerd, wat het geheel erg rijk maakt zonder geforceerd over te komen.
Aes Dana maakt auditieve verhalen vol beweging. Een organische structuur bestaat uit een opeenvolging van tal van digitale elementen en creaties, die samen een buitenaardse sfeer oproepen en toch natuurlijk overkomen. In zijn totaliteit liggen de tien tracks netjes in balans, door de ene keer meer weg te kwijnen en de andere keer met een steviger kader van beats de luisteraar mee te sleuren. De beleving van deze plaat is dan ook uniek, al bevat ze niet de plotse overredingskracht die andere Ultimae-releases wel bevatten. Daarvoor vraagt de producer om herhaalde, intense beluistering doorheen een kwaliteitshoofdtelefoon, iets wat liefhebbers van dit genre hem natuurlijk met alle plezier schenken.