Wie dacht dat Adrenaline Mob een gelegenheidsbandje was van enkele bekende namen uit de metalwereld, is er duidelijk aan voor de moeite. Met 'Men of Honor' levert de band (met onder meer frontman Russel Allen) een naadloos vervolg op het debuut, zij het met wat meer verfijning. De emotioneel geladen groovende metal wordt hier gewoon naar het volgende stadium getild en dat heeft een succulent plaatje tot gevolg.
Drummer Mike Portnoy heeft ondertussen plaats gemaakt voor AJ Pero (Twisted Sister), maar dat heeft an sich weinig impact gehad op de klank van dit album. Misschien dat er iets minder intricate drumfills zijn, maar dat zal enkel een bijzonder hard geconcentreerde drummer horen. Techniek is immers niet de drijfveer van Adrenaline Mob, pakkende muziek maken is dat des te meer. In dat opzicht is 'Men of Honor' een logisch vervolg op debuut 'Omerta'. Ook nu weer staat het album vol met potige hardrock/metal afgewisseld met iets meer ingetogen momenten en te allen tijde voorzien van lekker sappige riffs die smaken naar meer.
Eerste stamper is 'Come On Get Up', waar de hakkende gitaarpartijen volop hun best mogen doen. Russel Allen is – zoals gewoonlijk – in bijzonder goede doen en de opzwepende zanglijnen waarmee hij aan de slag gaat, zetten de beentjes in beweging. Ook 'Let It Go' of 'House of Lies' zijn lekker swingend, met die stevig doorgaande, licht bluesgetinte akkoordenschema's die misschien niet vernieuwend zijn, maar altijd goed klinken.
Ook nu mag het hier en daar een beetje kalmer en eventueel emotioneler. Zo is 'Behind These Eyes' wat meer een soortement powerballade en is afsluiter 'Fallin' To Pieces' ook niet meteen het meest opgewekte liedje van de schijf. Edoch, aan het einde blijft een gelukzalig gevoel over van een album dat vertrouwd klinkt en toch blijft smaken. Het aandeel van bassist John Moyer is overigens vergroot, want zijn soepele basloopjes zijn deze keer veel beter te horen. Leuk, want daardoor krijgt de muziek een extra graadje drive mee.
'Men of Honor' sluit perfect aan op het debuut en liefhebbers weten dus wat te verwachten: snedige hardrock met harde en zachte momenten, tot de essentie herleid en geslepen tot een blinkende diamant. Of hoe in dit geval doorwinterde muzikanten een ideaal plaatje weten te produceren dat zonder problemen een glimlach op eenieders gezicht tovert.