De Israëlische zangeres Yasmin Levy werd geboren in Jerusalem. Haar vader werd bij de stichting van de staat Israël verantwoordelijk voor de afdeling ladino-muziek bij de staatradio. Levi kreeg dus het ladino-repertoire (muziek van Sefardische joden) van jonge leeftijd mee en de invloed daarvan is nog steeds te horen in haar eigen muziek. Ze vermengt die echte met flamenco, Turkse muziek en andere invloeden.
Haar eerste album ‘Romance & Yasmin’ verschijnt in 2004. Acht jaar later brengt ze met ‘Libertad’ een vijfde cd uit, waarop ze te horen is met een Turks strijkorkest. De productie van de plaat was in handen van Ben Mandelson (Les Triaboliques, The Klezmatics, medeoprichter van WOMEX).
'Libertad' is een van de meest poppy tracks op het gelijknamige album. De soepele en energieke ritmiek is daar niet vreemd aan. Ook de strijkers maken de muziek extra publieksvriendelijk, al worden ze nooit twee keer op dezelfde manier gebruikt.
In de eerste strofe valt op hoeveel ruimte Levy's begeleidingstrio (contrabas, gitaar, percussie) laat vallen. Hierdoor blijft de muziek vederlicht en krijgt de stem alle ruimte. Later schuiven brede strijkers bij aan, waarmee de overgang naar het refrein gerealiseerd wordt.Hier blijven de strijkers op stal en nemen de blazers even over.
In de tweede strofe laat de begeleiding heel wat meer beweging horen, zo ook de strijkers, een evolutie die wordt doorgetrokken in het daaropvolgende refrein waar de strijkers voor een volwaardige tegenstem zorgen.
Voor de derde strofe keert de muziek terug naar de aankleding van de eerste, met veel ruimte in de begeleiding, maar deze keer in het geheel zonder de strijkers. Die maken echter terug hun opwachting in het laatste refrein, waar ze beweeglijker klinken dan ooit tevoren, alvorens ze hun rol voor het naspel afgeven aan de blazers.