Toen Bram Vanparys in 2009 ‘Alas My Love’ op de wereld losliet, moet dit binnen de Belgische grenzen zowat hét debuut van het jaar zijn geweest. Zoals het cliché binnen de popmuziek wil, is het vervolgens best moeilijk om een dergelijke debuutplaat te bevestigen. Om niets aan het toeval over te laten bij deze ‘moeilijke’ tweede plaat, koos The Bony King Of Nowhere er voor om wederom in zee te gaan met producer Koen Gisen, zowel muzikaal als dagdagelijks de wederhelft van An Pierlé. Omdat Vanparys naar eigen zeggen tegenwoordig beter weet welke richting hijzelf uit wil, had hij bovendien een aanzienlijk dikkere vinger in de pap tijdens de productie.
Op ‘Eleonore’ zijn de basisingrediënten vrijwel onveranderd gebleven. Zo vormt de benige koning's stem nog steeds de rode draad van het album én werd deze zelfs nog meer in de verf gezet: Vanparys’ zang klinkt nóg melancholischer en werd meer uitgesponnen dan te horen was op ‘Alas My Love’. De composities, die de nog altijd maar 24-jarige Bram Vanparys neerpende, passen hierbij als een deksel op een potje. Het resultaat van deze perfecte symbiose is een album verheven van heimwee en tristesse.
Gitaargetokkel geldt als inleiding voor ‘Mother’, de afsluiter van ‘Eleonore’. Daarboven is enkel de zachte verhalende stem van Bram Vanparys zorgvuldig uitgestreken. Het nummer behandelt de moeder-zoon relatie tijdens het opgroeien: voor iedereen moet dit zowat even herkenbaar als aangrijpend zijn. Een slotzin als “Mother, listen before I go / I have only this to say / Love is a word I rarely use” is dan ook duidend genoeg.
Het lied klinkt verwarmend, zoals alle kampvuurliedjes horen te zijn, edoch het is vooral buitengewoon breekbaar en daardoor onwaarschijnlijk meeslepend. Net in dit fragiele zit de sterkte ervan, want ook al kent het nauwelijks temposchommelingen, over de volle zes minuten verveelt het geen seconde. Kortom, één van de smaakmakers van een ijzersterk album.