Tcha Limberger stamt uit een muzikaal geslacht: zijn vader (Vivi Limberger) en grootvader (Piotto Limberger) speelden respectievelijk gitaar en viool. Aanvankelijk koos Limberger voor het instrument van zijn vader en ontwikkelde hij een voorliefde voor flamenco.
Hoewel Limberger grotendeels autodidact is, zijn er drie figuren aan te duiden die essentieel waren voor zijn vroege muzikale ontwikkeling. Koen De Cauter bracht hem de eerste notities van het gitaarspel bij, componist Dick van der Harst gaf hem een muziektheoretische basis (Limberger speelde als dertienjarige bij Muziek Lod) en ook Django Reinhardt-kenner Herman Schamp oefende een grote invloed uit op de jonge Limberger.
Op z’n zeventiende begon Limberger viool te spelen en vijf jaar later trok hij naar Boedapest waar hij lessen klassieke viool volgde en zich inwerkte in het zigeunerrepertoire. Bij zijn terugkeer in België richtte hij eigen groepen op en speelde hij als gast mee bij verschillende andere bands, waaronder – naast heel wat zigeunerensembles – ook het jazztrio Aka Moon. In zijn Kalotaszeg Trio wordt Limberger begeleid door altviolist Rudi Toni en Viktor Berki op contrabas.
Over de audio
‘Magyarlonai Keserves’ is een aaneenschakeling van Roemeense dansen en liederen, waarbij de opeenvolging ideaal is om het onderscheid tussen de verschillende soorten dansen te horen.
Gedurende het hele stuk staat Limbergers viool centraal. Altviool en contrabas hebben een zuiver begeleidende functie, maar geven de verschillende delen van het stuk wel een eigen karakter. Het arrangement en de harmonie blijven eenvoudig en volks waardoor alle aandacht kan gaan naar de vioolmelodie.
Het hele stuk is een opeenvolging van een Keserves, een Învârtita, drie Csárdás en een Cigani Szapora: een reeks die in het repertoire vaker voorkomt, omdat op deze manier de spanning en het tempo geleidelijk aan opgedreven worden, waardoor de muziek natuurlijk naar een climax gestuwd wordt.
In detail
00:00
Keserves: een trage melodie, als een klaagzang. De brede viool beweegt zich in een vrij metrum.
03:15
Învârtita: een solodans voor jongens om te tonen hoe sterk ze zijn. De melodie is hier al beweeglijker, maar heeft een hoekige kant, zeker in combinatie met het steeds herhaalde ritme in de begeleiding.
05:32
Csárdás: snellere koppeldans. De begeleiding klinkt hier als een accordeon dat plots openvalt en snel gesloten wordt om meteen weer te kunnen aanzetten.
08:16
Cigani Szapora: de snelste dans uit Transsylvanië. De begeleiding bestaat uit snelle hoempafiguren waarbij de gestreken contrabas op de tel speelt en de altviool erna komt.
Meer over Tcha Limberger’s Kalotaszeg Trio
Verder bij Kwadratuur
Interessante links