De Belgische componist Serge Verstockt werd in 1957 geboren in Brasschaat. Met ouders die allebei beeldend kunstenaar waren, was het voor de jonge Verstockt maar een kleine stap richting de artistieke wereld. Minder vanzelfsprekend was de loopbaan die hij doorheen de jaren uitbouwde. Waar lessen in orgel, piano, klarinet en notenleer nog mooi in de lijn van de verwachtingen lagen, toonde Verstockt ook opvallend veel interesse voor de rol van technologie en techniek in muziek. Zo belandde hij in de lessen geluidstechniek aan het conservatorium van Brussel, de cursus beeld- en geluidsmontage aan het Rits en aan de SEM-studio (Studio voor Experimentele Muziek) van Joris Delaet, waar hij in contact kwam met elektronische klankmanipulatie. Tussen 1983 en 1985 zocht hij zijn heil in het buitenland, meerbepaald aan het Instituut voor Sonologie waar Gottfried Michael Koenig Verstockt in contact bracht met de informatica als hulpmiddel bij het componeren. De lessen van Koenig misten hun uitwerking niet en Verstockt begon zelf met het schrijven van computerprogramma's. Later verbreedde hij zijn horizon door actief bezig te zijn met computertekeningen en video's, vond hij inspiratie bij digitale telefonie en werkte hij samen met andere kunstenaars, zoals architect Werner Van dermeersch.
In 1988 richtte hij het ensemble Champ d'Action op, waarvan hij artistiek leider bleef tot 1997 om die taak terug op te nemen in 2003. Sinds 2006 is Verstockt docent compositie aan het conservatorium van Rotterdam. Datzelfde jaar werd zijn compositie 'Voder' uitgevoerd tijdens het gereputeerde festival Wien Modern. In België was zijn muziek te horen tijdens festivals als Music@Venture (2003 en 2007), Ars Musica, November Music, Transit en Artefact.
Over de audio
'Towards the Inside of a Tiny Cowbell' (2001) valt uiteen in verschillende delen waarbij het eerste een middelpuntvliedende ontwikkeling kent. Het stabiele centrum (een constante toon van de klarinet) wordt door veranderingen klankkleur, harmonie en voorzichtig ontluikende melodische impulsen geleidelijk aan verlaten.
In een tweede deel worden de instrumenten onder de klarinet geleidelijk aan zelfstandiger tot een breder uitgesponnen klankbeeld ontstaat als een droomwereld waarin de zangstem als een geest rondwaart. Dit droombeeld wordt geleidelijk aan grimmiger om later terug te verzachten.
Na twee derde van het werk neemt de stem (elektronisch vermenigvuldigd) het heft in handen, waarbij de percussie voor rituele accenten zorgt en de begeleidende instrumenten bij momenten beginnen opfladderen. Wanneer de stem terug enkelvoudig te horen is, eindigt het stuk als een collage van kleine fragmentjes.
Meer over Serge Verstockt
Verder bij Kwadratuur
Interessante links