De muziek die de in New York gehuisveste Australiër Scott Matthew in 2005 opnam onder de noemer ‘Elva Snow’ (samen met Spencer Cobrin, ex-Morrisey), lag nog redelijk in de lijn van de indierockcultuur. Met het uitbrengen van zijn solowerk ging hij pas echt zijn eigen muzikale pad verkennen. Daarbij kon hij vooral terugvallen op zijn karakteristieke, licht hese, haast androgyne stem. Deze zorgt voor een soort van theatraliteit die de aandacht weg neemt van de muzikale composities die niet steeds enorm origineel of opvallend zijn. Toch weet hij met onderwerpen als liefde en vriendschap, waarbij hij op zijn nieuwe album ‘Gallantry’s Favorite Son’ varieert tussen vrij dramatisch aandoende nummers en blijhartige liederen – net als op zijn vorige langspelers – vaak intrigerend of gemoedsberoerend over te komen.
Ietwat mysterieus oogt de aanvang van ‘The Wonder Of Falling In Love’. Tekstueel wordt dit ondersteund door vaag te schetsen: “Somethings happening, first for a while / (Why are you crying?)“. Even later wordt alles evenwel duidelijk: “A thousand, million butterflies make me smile / (I fear the boys falling in love) / And it’s happening to me”. Deze sfeer gaat echter al vlug over richting vrij vrolijke, theatrale klanken, waarin toch iets dramatisch vervat zit. Dit wordt opnieuw gestaafd door de tekst (“God I’ve been lonely / A heart washed out to sea / And could you love me / And save me from this misery / You better start smiling”)
Deze sterk gelaagde en tegenstrijdige sfeer van ‘The Wonder Of Falling In Love’ wordt mede gecreëerd door liefelijke strijkers en handgeklap, gecombineerd met zeer geslaagde, haast onnavolgbare zang van Scott Matthew, die wordt beantwoord door een bescheiden, maar zeemzoet gemengd koor, waardoor tussen de verschillende vocale entiteiten een formidabel mooie spanningsboog ontstaat.