Hoe intens ze haar muziek ook beredeneert, nooit lijkt het alsof de Waalse pianiste Nathalie Loriers jazz speelt voor een kleine elite. Haar thema's komen zomaar bovendrijven in een schijnbaar oneindige bron van melodische vondsten, terwijl de improvisaties swing en schwung voorop plaatsen. Toch vervalt Loriers zelden in simpliciteit: ook met haar (op)nieuw samengestelde trio zoekt ze geluidsbakens op die eerder aan big band-formaties dan een stereotiepe pianotrio's doen denken. Op 'Les 3 Petits Singes' staan wederom nummers waaruit niet het grote intellect opstijgt, maar wel de intuïtie, het plezier en af en toe de melancholie. Een typisch Loriers-album dus, dat toch origineel uit de hoek blijft komen.
De eerste noten van 'Canzoncina' (geïnspireerd door Enrico Pieranunzi, een van Loriers' favoriete pianisten) zijn tevens de eerste noten van 'Les 3 Petits Signes'. De stijl is eigenlijk moeilijk te miskennen als zijnde die van Nathalie Loriers: een temperamentvol thema van waaruit de pianiste een lyrische improvisatie ontwikkelt, die ze met gemak verbindt aan een groove waarop de luisteraar geneigd is mee te wiegen. Hier bewijzen contrabassist Philippe Aerts en drummer Rick Hollander waarom ze ideale collega's zijn voor Loriers: ze onderbouwen haar richting het monumentale gaande improvisatie niet opdringerig, wel uiterst productief. Mooi is tevens hoe Loriers de compositie neerlegt, met een zoete reprise van het thema.