Ze mogen dan van een verschillende gerenatie zijn, trompettist Nate Wooley (1974) en drummer Paul Lytton (1947) hebben elkaar de laatste jaren gevonden, zowel op plaat als op het podium. Zelfs in die mate dat Wooley zijn samenwerking met zijn Britse kompaan als een working band omschrijft, los van het feit of ze nu als duo of in grotere bezetting optreden.
Beide hebben een achtergrond in de jazz: Wooley als trompettist in de bigband van zijn vader en Lytton in diverse Londense clubs. Ondertussen zijn ze alle twee vooral bekeerd tot de vrije improvisatie. Lytton speelde jaren samen met Barry Guy en Evan Parker en was medeoprichter van het London Musicians Collective. Wooley van zijn kant is te horen met zijn collega-trompettist Peter Evans, Chris Corsano, Spencer Yeh en een eigen kwintet. Albums waarop de twee samen te horen zijn, zijn ‘Creak Above 33’, ‘Seven Story Mountain’ en ‘Six Feet Under’.
Bij aanvang beweegt Nate Wooley zich in de schemerzone tussen “gewoon” spelen en speciale effecten. Lytton kiest voor klein geritsel en samen belanden de twee in soms grote dynamische contrasten. Hoe goed de communicatie tussen de twee verloopt is te horen rond 1:20 wanneer uit het niets enkele mooi uitgevoerde stopplaatsen opduiken.
Vanuit deze gefragmenteerde momenten bouwen de twee op naar een continue stroom: Wooley met circular breathing, Lytton door onophoudelijk ratelen, tot deze hypernerveuze beweging bijna stilvalt. De muziek verplaatst zich naar een zachter register, maar de beweeglijkheid blijft. Ook hier is hoorbaar hoe de twee elkaar goed volgen bij klankveranderingen, alsof een beweging van de ene automatisch een reactie van de andere triggert.
Rond 5:30 wordt weer even terugschakelen, vooral onder impuls van Lytton. De trompet dooft mee uit en blijft hangen in luchtgeluid en laag gereutel, waarop de drums een geluid geven dat dicht aanleunt bij een geborstelde shuffle. Nog een keer zullen Wooley en Lytton de muziek laten opflakkeren, alvorens de track uitdooft.
Deze opname werd gerealiseerd in de lente van 2009 aan de universiteit van Oregon en is niet in de handel verkrijgbaar.