Waarom zou een klassiek geschoolde muzikant zijn naam en persoonlijkheid aan een groot label willen verbinden? Voor de portefeuille, of om met grote orkesten en betere dirigenten te kunnen aantreden misschien. Anderzijds is het geweten dat majors als EMI, Decca of Deutsche Grammophon, die intussen opgaan in het grotere Univeral-concern, een beperking betekenen voor de opnamevrijheid. Gesteld dat de Franse pianiste Alice Ader voor een platengigant zou werken, is de kans kortom kleiner dat ze – nu de tijd er rijp voor is – een integrale Ravel-opname had kunnen uitbrengen.
Het zou zonde geweest zijn als Aders visie in deze muziek nooit het daglicht had gezien. De twee cd's briljante pianoliteratuur van Ravel worden niet zelden opgenomen, maar de eerdere nuchtere en pianistiek haarfijne kijk waarmee Ader de muziek benadert, maakt haar uitvoeringen toch tot "nieuwe" ervaringen. Het begint al bij haar interpretatie van 'Gaspard de la nuit', een klassieker die pianisten vaak opsparen voor helemaal achteraan hun recital. Het is dan ook een later werk van de componist, waarvoor de kiem echter al heel vroeg werd gelegd. Daarnaast heeft Ader geen ongelijk als ze in de muzikale verwerking van een gedicht van Aloysius Bertrand het hart van Ravels pianistieke repertoire ziet. De magie van het eerste deel 'Ondine' legt Ader al fantastisch bloot met een geweldige cadans die meteen een zekere vaart steekt in het geheel. Daarna is ze eerder spaarzaam met opbouw en accenten, waardoor de catharsis breder en indrukwekkender wordt. Een begeesterend begin van een geweldige opname dus.