Marvin houdt wel van herrie. De drie leden van deze Franse band lopen al enige tijd mee in het noiserockgenre, maar met Marvin lijken ze echt goed hun eigen draai te hebben gevonden. Een harde mathematiek van stevig, hoekig slagwerk, dwarsliggende gitaarriffs en baslijnen en een mokerende sound zet al meer dan tien jaar clubs tot ver buiten de eigen landgrenzen op stelten. Met derde langspeler ‘Barry’ is gepoogd de verpletterende live energie die het trio drijft, op plaat vast te leggen.
Verrassend genoeg is Marvin helemaal geslaagd in dat opzet. De plaat giert en beukt tegen een sneltreinvaart, zonder dat het gezelschap de teugels echt loslaat. In een song als ‘Automan’ lijkt het wel of die trein helemaal op hol slaat. De vrij trage, expliciete gitaaraanslagen verdubbelen al gauw in tempo waardoor een moordende, kronkelende riff ontstaat. Ondanks de diep grollende, begeleidende bas lijkt het wel of de band even terug naar de psychedelische sixties wil reizen. Dat is tenminste tot het distortionpedaal wordt ingedrukt. Gierende geluiden scheren voorbij en worden afgewisseld met vingervlugge snaarmomenten. Even mogen de drums wat mokeren en dan komt alles mooi samen. De instrumentale rit knipoogt met een klein stukje ontdubbelde gitaarsolo richting progrock, hoewel het noise-aspect fundamenteel aanwezig blijft. Wat echter vooral indruk maakt, is de manier waarop Marvin op goed vier minuten tijd telkens van gezicht verandert en met structuren goochelt, zonder aan de globale, verwoestende uitstraling van ‘Automan’ te raken. Klasse.