De Duitse pianist Magda Mayas studeerde in Duitsland en in Amsterdam bij Misha Mengelberg. Ze geraakte in de band van de speciale klankmogelijkheden van de piano en begon te experimenteren met speciale technieken als prepared en inside piano en de elektronische versterking van het geluid. Als een uitloper van haar zoektocht organiseerde ze in 2005, 2006 en 2007 de Tasten-Berliner Klaviertage waar alternatieve benaderingen van de piano centraal stonden. Mayas is actief als solo-muzikante, maar ook in diverse formaties, waaronder het N-Collective en ze was te horen met Andy Moore, Peter Evans, John Butcher, Phill Niblock, Michael Moore, Axel Dörner, Michael Zerang, Johannes Bauer, Tristan Honsinger en Frank Gratkowski.
Christine Abdelnour (meisjesnaam Sehnaoui) is een in Parijs wonende saxofoniste van Libanese origine die op negentienjarige leeftijd de geïmproviseerde muziek ontdekte. Het bracht haar er toe op eigen houtje te beginnen experimenteren met de klankmogelijkheden van de saxofoon. Ze ziet het instrument naar eigen zeggen dan ook eerder als een expressiemiddel, dan als een instrument met een bepaalde traditie. Abdelnour werkt graag in het zachte en hoge register, waarbij ze vooral de mogelijkheden van de microtonaliteit (minieme toonhoogteverschillen) en speciale technieken exploreert. Ze bracht albums uit in diverse bezettingen, met ondermeer Axel Dörner en Michael Zerang.
De volledige opname van ‘Hybrid’ duurt meer dan 27 minuten: net geen half uur muzikaal microscopische activiteit van klanken en effecten, ontlokt aan piano en saxofoon. Het is Magda Mayas die begint met de lijnen uit te zetten. Haar inside piano klanken keren geregeld terug, weliswaar buiten een duidelijk metrisch kader, waardoor er een zekere regelmaat ontstaat. Hierboven haalt Christine Abdelnour een heel scala aan klankmogelijkheden tevoorschijn. Aanvankelijk klinkt ze als een hese dwarsfluit om daarna klanken rollende te laten fladderen, geluid te maken door in te ademen door haar instrument, of te spelen met toonloze blaasklanken of speekseleffecten.
Onder dit geregeld verschuivend klankspel zit Mayas niet stil. Voorzichtig breidt ze haar klankenarsenaal uit: soms helder, soms scherp krassend, maar steeds met een transparantie die de zachte altsax van Abdelnour door laat komen.
De evolutie gaat redelijk traag tot op 5:30 de muziek een opvallende wending neemt. Vanuit de piano komen zacht hamerende, herhaalde tonen, waarna Mayas weer in de klankkast duikt. Nu is het aan haar om de dans te leiden, waarbij ze kiest voor een minimalistische en repetitieve aanpak die de luisteraar helemaal op het geluid laat focussen. Voorzichtig zwelt de muziek aan, wat in vergelijking met de doorgaans heel zachte volumes een impact genereert die groter is dan de meetbare toename in toonsterkte zou laten vermoeden. Mayas en Abdelnour laten het geluid na de bedachtzame opbouw weer wat lichter worden, waarbij vooral de saxofoniste uit de opname lijkt te verdampen. Mayas gaat nog iets langer door en reduceert dit deel van ‘Hybrid’ uiteindelijk ook tot stilte.