Sedert 1995 staat de Nederlander Ronald Brautigam onder contract bij het Zweedse label BIS en onder hun vlag zagen reeds integrale pianocycli van Mozart en Haydn het licht. De toetsenist speelde deze op een pianoforte, niet vanuit het zuivere streven naar authenticiteit, maar wel omdat het esthetische ideaal dat de componist nastreefde in het originele klankpallet volgens Brautigam het meest eer wordt aangedaan, ook vandaag nog. Momenteel bouwt Brautigam een volledige Beethoven-cataloog uit, waarvan 'The Complete Bagatelles' het tiende volume is. Pianistiek speelt Brautigam alweer de sterren van de hemel, met een feilloze techniek en schitterende contrastwerking die zelfs de minder beroemde werken (dikwijls zonder opus-nummer) tot een waar genot maken.
De 'Bagatelle in C minor' is een WoO ("Werk ohne Opuszahl"), later gecatalogeerd als nummer 52. Brautigam benadert het samen met een aantal andere bagatellen (muzikale "niemendalletjes") die de componist tussen 1795 en 1804 schreef en hij plaatste deze spitante, vroege Beethoven als laatste in zijn niet chronologisch geordende set. Brautigam speelt dit stormachtig werk hypertransparant, met een gepolijste technische stijl die bij de helderheid van Grigory Sokolov aanleunt. Brautigam smeert de extremen echter nog veel breder uit en hij brengt de baslijn enorm zwaar, zelfs tot in het lichtere B-gedeelte toe. Men kan deze dramatisering een "overinterpretatie" noemen, maar wie de bagatellen van Beethoven bekijkt, ziet dikwijls hoe deze het in wezen zeer onschuldige genre naar zijn donker getinte hand zette. Virtuositeit koppelt Brautigam in de recapitulatie van het A-thema aan een langzaam opbouwende, sluimerende dreiging, die Beethoven uiteindelijk botweg afbreekt op het hoogtepunt.