De tiendubbele cd-box 'Masters of Flanders' stelt muziek voor wat zowat dertig grote namen uit honderdvijftig jaar renaissance muziekgeschiedenis. Zo is die uitgave een ideaal referentiepunt voor wie de rijke muziekgeschiedenis van onze eigen streken wil ontdekken, vooral ook omdat elke aparte cd gewijd is aan een bepaalde tijdsperiode, streek, school of componist. Zo vindt de wat minder bekende Loyset Compère (of Compeyre) op een cd met muziek van Johannes Ockeghem en dat is geen toeval want zowel Compère als de wat oudere Ockeghem werkten in Frankrijk, de eerste nooit ver van zijn geboortestreek (Compère kwam waarschijnlijk uit Atrecht al is dat niet zeker) en Ockeghem onder meer aan het Franse hof in Parijs. Compère moet dus zeker invloeden van Ockeghems muziek hebben geabsorbeerd. Het werk van deze Frans-Vlaamse polyfonisten is een levendige getuigenis van een Frankrijk dat zich geleidelijk aan begon te herstellen van de ravages die honderdjarige oorlog had aangericht en cultureel en politiek meer zelfvertrouwen begon te krijgen.
Compère staat eerder bekend als een miniaturist: in tegenstelling tot tijdgenoten schreef hij relatie weinig volledige missen maar concentreerde hij zich op motetten en chansons, wereldse genres die respectievelijk uit Italië en Frankrijk kwamen en in de late vijftiende en vroege zestiende eeuw erg populair waren. Het relatief korte 'Magnificat', een tekst die hij meermaals op muziek zette, paste hem als religieuze compositie beter dan een volledige mis.
Het 'Magnificat' is een van de meest getoonzette teksten in de religieuze muziek, steeds een gelegenheid om opgewekte, jubelende muziek te componeren. De tekst komt uit het evangelie van Lucas en is een eerbetuiging aan God die volgens het evangelie door een zwangere Maria uitgesproken zou zijn geweest tijdens het bezoek van haar nicht Elisabeth.
Over de audio
Dit tien minuten durende 'Magnificat' is een mooi visitekaartje voor de hele uitgave bij het Nederlandse label Et'cetera. Zo hoort men in dit werkje een knappe balans tussen het instrumentale en het vocale en bij die eersten valt de egale, precieze klank van de drie trombonisten op, die in dit langere werk een verrassend onafhankelijke partij te spelen hebben. Maar ook de soepelheid waarmee de gregoriaanse melodieën (die Compère zin per zin poneert en telkens nadien naar hartelust verweeft in zijn polyfonie) uitgevoerd worden of de malse klank van de vier zangers van het currende consort kan best gesmaakt worden.
Meer over Loyset Compère
Verder bij Kwadratuur