Marseille is al lang geen onbekende stad meer op de muzikale kaart. De hiphop/reggae/ragga van het Massilia Sound System behoort tot het beste dat de sociaal bewuste Franse ambiancescène te bieden heeft en voor liefhebbers van het meer traditionele werk kan Dupain een aardig belletje doen rinkelen. Ook Lo Còr de la Plana kan in een verstrooide of gemakzuchtige bui in deze zak gestopt worden. Het vocaal herenkwintet laat zich namelijk in met traditionele en op 'Es lo Titre' zelfs religieuze gezangen. Voeg daarbij het gebruik van het Occitaans als taal (en niet het standaard Frans) en het conserveringsgehalte kan wel eens hoog uitslagen. Niets is echter minder waar. De vijf onder leiding van Mànu Théron (ex Gacha Empega) nemen het niet zo nauw met het begrip authenticiteit. Dat traditionele muziek uit Marseille geen instrumentale begeleiding heeft en niet polyfoon is, belet hen niet om (summier) instrumenten toe te voegen en complexe polyfone structuren te gaan opzoeken.
Voor Mànu Théron is de keuze om in het Occitaans te zingen trouwens geen aardigheidje. Hij verzet zich nadrukkelijk tegen de eenheidscultuur die Parijs in zijn ogen probeert op te leggen en die lokale volksculturen zo zal trachten uit te schakelen. Dit is dus geen romantisch nostalgisch verlangen, maar een bewuste actieve daad. En als daad kunnen de cd 'Es lo Titre' en het nummer 'L'enfant de Dieu' echt wel tellen!
Over de audio
Deze vijf heren uit Marseille nemen in 'L'enfant de Dieu' de betekenis van het evangelie als 'blijde boodschap' wel heel letterlijk. In 8 strofes en (min of meer) evenveel refreinen bouwen en pompen ze een traditionele melodie gedurende ruim vier minuten op naar haast euforische hoogten. Het zijn niet alleen de uitroepen, het versnellende tempo, de summiere percussie of de strijkersample die 'L'enfant de Dieu' tot een religieuze ervaring van formaat maken. Helemaal af is de manier waarop dezelfde basismelodie steeds terugkeert, maar in verschillende arrangementen en in vaak heel complexe structuren. Aanvankelijk overheerst deze melodie, maar geleidelijk aan moet die zich meer en meer gaan verweren tegen de aanstormende tegenstemmen. Naar het einde toe moet de leadzanger de klus zelfs alleen klaren, recht tegen de anderen in. Het is dan pompen of verzuipen en om deze climax nog te rekken blijft het nummer op het einde meer dan een minuut in een repetitief patroon ronddraaien, als om te testen hoe lang de zanger van de melodie dit kan volhouden. Hij begeeft echter niet en bezorgt de hele track zo een lang uitgerekt hoogtepunt.
Meer over Lo Còr de la Plana
Verder bij Kwadratuur