Eindelijk bekent Lindstrøm kleur. Met zijn tweede eigenhandige studioplaat, ‘Six Cups of Rebel’, vat alle diverse projecten en muzikale grillen van een klein decennium samen en neemt hij zelf het woord “rebel” in de mond. Want zo is het ook. De Scandinavische golf cosmicdisco die de producer destijds op gang bracht, heeft zich inmiddels vermengd met ambient, jazz, krautrock, new wave en psychedelica. Dat levert een muzikale zoektocht op naar de essentie tussen pop en elektronica met erg diverse uitspattingen waarbij emoties steevast worden verpakt in vreemde creaties. Die queeste bereikt op dit naar Lindstrøm-maatstaven nogal ontoegankelijke album zijn experimenteel hoogtepunt.
De zesde track, ook ‘Six Cups of Rebel’ genoemd, vat het allemaal netjes samen. Als vertrekpunt neemt Lindstrøm de vijf extra tellen die een rockband vaak samen speelt om zijn song te beëindigen. Die worden met wat subtiele, jazzy licks en een lichte slagbeat verrijkt tot een lekkere groove. Spoedig verdwijnen echter de prominente ritmeaspecten en nemen enkel gitaarslagen, effecten en korte drumaccenten het roer over.
De titeltrack wijzigt steeds van structuur. Ritmejams op het drumstel en wegdraaiende klanken vagen alles weg. Schuifelende effecten en akelige geluiden zorgen voor een abstracte psychedelica die meer en meer op een ‘bad trip’ begint te lijken. En zo deint dit nummer bijna volledig uit in nietszeggend gewriemel. Wie goed oplet, merkt echter dat alles stiekem terug komt en het de track in feite bestaat uit een geheel van wegdraaiende partijen, overstelpt met livedrums en extra elektronische speeltjes. Wat cynisch gelach sluipt binnen en neemt even de boel over. Zelfs de hihat lijkt daardoor de tel kwijt. Maar schijn bedriegt. Een dikke vijf minuten ‘Six Cups of Rebel’ verliest nooit zijn ritme. Een aandachtig luisteraar zit enkel maar op de punt van zijn stoel te wachten tot deze jam doorbreekt en alles terug samenkomt in dezelfde vijf basistellen.