De Duitse componist Karlheinz Stockhausen (1928) behoort tot de generatie muzikanten die de muziekwereld na de Tweede Wereldoorlog aanzienlijk veranderd hebben. Hij studeerde schoolmuziek, Germanistiek, filosofie en muziekwetenschappen. Nu zijn studies schoolmuziek verschoof zijn aandacht richting compositie en toen hij in 1950 aangenomen werd als student compositie aan het conservatorium van Keulen stopte hij zijn universitaire opleiding.

In 1951 was Stockhausen aanwezig op de Darmstädter Ferienkurse waar hij kennis maakte met de filosoof, musicoloog en componist Theodor Adorno en latere strijdmakkers als componisten Karel Goeyvaerts, Bruno Maderna, Luigi Nono en Bernd Alois Zimmermann. Twee jaar later zou hij op hetzelfde festival voor het eerst te gast zijn als spreker.

Na de zomercusus in Darmstadt begon Stockhausen serieel te componeren. Al snel ontdekte hij de mogelijkheden van de musique concrète, even later ook die van de elektronica (die hij vanaf de jaren '60 ook live zou gaan integreren) en de aleatoriek. In 1977 begon Stockhausen aan zijn grootste project: een cyclus van zeven opera's (een voor elke dag van de week), 'Licht'. Het project werd afgerond in 2003. Van toen af werkte hij aan 'Klang', een reeks van 24 composities, dit maal een voor elk uur van de dag. Van dit project werkte hij slechts 21 stukken of voor hij overleed op 5 december 2007.

Als docent aan diverse universiteiten en conservatoria gaf Stockhausen les aan een hele reeks componisten die de latere ontwikkeling van de moderne muziek mee zouden bepalen, zoals Cornelius Cardew, Peter Eötvös, Gérard Grisey, Helmut Lachenmann of Wolfgang Rihm.

Over de audio

'Klavierstücke II' komt uit de eerste bundel (I-IV) die Stockhausen schreef in 1952. Hij werkte voor deze stukken serieel: de verschillende muzikale kenmerken (toonhoogte, toonduur, dynamiek) worden niet meer bepaald door ingevingen van de componist, maar volgen een vooraf bepaalde reeks. Deze werkwijze gaat dus nog verder dan de dodecafonie van Schönberg waarbij alleen de toonhoogte in een reeks gebruikt werd.

Het gevolg van deze techniek is muziek die dankzij de grote contrasten onvoorspelbaar en erg verrassend wordt, maar ook een geweldige concentratie vraagt van de pianist. Dat deze methode niet moet leiden tot steriele muziek waarbij verschillende stukken niet meer te onderscheiden zijn, wordt mooi geïllustreerd door de verschillende 'Klavierstücke'. In het deel dat hier te horen is, is bijvoorbeeld duidelijk vast te stellen dat een opeenvolging van noten (verticaal verloop, de "melodie") wordt afgewisseld met het samen komen van klanken (horizontaal gedacht, de "akkoorden"). Zo krijgt de luisteraar een houvast om zich in het complexe labyrint van Stockhausen te begeven: niet voldoende om er zonder problemen en fluitend door te wandelen, maar wel een hulp om goed te vertrekken.

Meer over Karlheinz Stockhausen


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.