Op zijn site maakt Johnny Dowd (1948) weinig woorden vuil aan zijn eigen biografie. De periode nadat hij op 17-jarige leeftijd het ouderlijk huis verliet, vat hij ongeveer zo samen: "Leger, huwelijk, scheiding – de bekende mix van domheid, bekendheid en slechte gewoonten." Hij werkte als verhuizer en begon pas vanaf 1998 platen te maken. Vijftig jaar rijping en menselijke miserie zijn niet zomaar aan hem voorbij getrokken. Zondaars en figuren aan de rand van de maatschappij bevolken zijn songs: moordenaars, verlaten moeders, priesters die er met iemands vrouw vandoor gaan, travestieten enz. Toch kan Dowd het niet laten om één en ander met een (zelf)relativerende grijns te vertellen, waardoor goedkope zieligheid vermeden wordt en emotie overblijft.
Over de audio
'Wedding Dress' vertelt het verhaal van een travestiet die op verschillende stadia in zijn leven geconfronteerd wordt met de tweespalt tussen zijn eigen geaardheid en de (mannen)rol die de maatschappij hem oplegt. Wat begint als het stiekem aandoen van moeders kleren eindigt op zijn huwelijk met de vaststelling dat hij eigenlijk in het bruidskleed zou moeten rondlopen en niet zijn aanstaande vrouw.
Net als veel andere songs op 'Cemetery Shoes' combineert Dowd in dit nummer een elementair rootsgeluid met bevreemdende effecten. Drummer Brian Wilson levert een rechttoe rechtaan beat, Justin Asher injecteert de dreunende bas en synthesizer/orgelklanken en Dowd zelf zorgt voor een licht vuile elektrische gitaar en vooral zijn kenmerkend, wat wankel stemgeluid. Qua 'abnormaal' valt vooral het gezongen refrein op: een mix van Dowds stem en Ashers backing vocals wordt beverig vervormd. Dit doet het nummer even verward klinken als de bezongen travestiet zich moet voelen, zonder dat het geheel flauw grappig wordt.
Meer over Johnny Dowd
Verder bij Kwadratuur
Interessante links