New age is een begrip waarvan de betekenis door de jaren heen zo uitgerekt geworden is, dan het nog moeilijk te bepalen is wat er wel of niet onder valt, als of woorden verslijten en hun betekenis verliezen. Zie ook “alternatief”, “experimenteel” of “creatief”.
Voor de grotendeels elektronisch gegenereerde muziek van de Amerikaan James Daniel Emmanuel kan het label echter gerust van stal gehaald worden. Al was het maar omdat kosmos, harmonie, relaxatie, meditatie en wegdromen allemaal een plaats krijgen binnen zijn muziek en de toelichtingen er bij. Als kind hield Emmanuel er al van om weg te dromen bij klassieke muziek. Later ging hij voor diezelfde beleving te raden bij jazz en rock, waarna hij de repetitieve muziek van Terry Riley, Philip Glass en Steve Reich ontdekte. Deze invloed van deze laatste componisten is nog steeds terug te vinden in de stukken die J.D. Emmanuel zelf maakt met behulp van keyboards, gitaren en de nodige soft- en hardware.
In 1986 verscheen zijn cassette ‘Trance-Formations I: Ancient Minimal Meditations’ uit, na twee lp’s: ‘Rain Forest’ (1981) en ‘Wizards’ (1982). Daarna brak er een stilte aan op het releasefront die pas verbroken werd met de heruitgave van ‘Wizards’ en het album ‘Solid Dawn’. Nieuw werk was echter niet aan de orde, want deze laatste plaat bestaat uit tracks, gemaakt tussen 1979 en 1982.
Volgens Emmanuel zelf kan zijn muziek beschouwd worden als “electronic meditation”, waarbij de regelmatige en herhalende formules de functie van een mantra vervullen en de melodieën die er op komen als meditaties gelden.
In de nummers van J.D. Emmanuel is het onderscheid tussen de herhalende formules en de melodieën vrijwel altijd goed te horen, zo ook bij ‘Part 5: At-One-Ment’, het slotnummer van ‘Wizards’.
De mantra wordt hier gevormd door een snel golvende beweging. Daarop worden vrij bewegende melodieën gelegd die als het ware boven het vaste ritme zweven. Door verschillende van melodieën te gebruiken, die met andere klanken te spelen en de lijnen te combineren slaagt Emmanuel er in een stuk te maken dat acht minuten boeiend klinkt. Temeer daar hij hier het nodige oog voor detail heeft. Zo is de eerste melodie die hij op de golvende beweging legt niet zuiver eenstemmig, maar opgebouwd uit enkele parallel lopende stemmen, waarvan er wel eentje de overhand heeft. Op 02:50 voegt hij een extra geluid toe in de begeleiding: gelijkritmisch met de golvende beweging, maar heel anders van kleur. Het zij dergelijke gevoeligheden en nuances die, samen met de terugkerende en veranderende melodieën, ‘Part 5: At-One-Ment’ tot een muziekstuk maken dat de confrontatie met de niet-new age fan moet kunnen doorstaan.