Hood blijft niet stilstaan. De groep rond de broertjes Chris en Richard Adams debuteerde in 1994 met lofi popnummers. Met platen als 'The Cycle of Days and Seasons' bracht de Leedse formatie dan weer trieste slowcore met breed uitgesponnen klanklandschappen. 'Cold House', het vorige album, was experimentele indietronica met dubinvloeden en gesmaakte anticonbijdragen van onder meer Why? En cLOUDDEAD. Nu is er 'Outside Closer', misschien wel hun meest toegankelijke plaat tot nu toe. Met een uitstekend geproduced, vol geluid en hier en daar een up-tempo nummer slagen ze er opnieuw in de luisteraar te verrassen. Dankzij Adams' ijle stem en de desolate, melancholische klanklandschappen blijft het album desalniettemin als Hood klinken. De betere productie betekent geen commerciële uitverkoop: hun hoekigheid en vreemde, trieste sfeer zorgen ervoor dat de nummers enige tijd vragen om echt door te dringen en niet meteen hitgevoelig zijn. Toch horen ze ook niet thuis in de marge waar ze vooralsnog vast zitten. Ze blijven jammer genoeg één van de best bewaarde geheimen van over het Kanaal. Misschien dat ze daar met dit zevende album eindelijk verandering in kunnen brengen.
Over de audio
'Any Hopeful Thoughts Arrive' laat Hood op zijn best horen. Zoals de elektronische beat in het begin van het nummer al verraadt, hebben ze niet helemaal gebroken met 'Cold House', de elektronische voorganger uit 2001. Het verschil is echter dat in 'Outside Closer' de elektronica niet langer domineert maar een onderdeel is van het gehele geluid. Met blazers, strijkers, verschillende lagen gitaren en livedrums hebben ze een bijzonder knappe, warme sound gecreëerd, die in de verzorgde productie uitstekend tot zijn recht komt. 'Any Hopeful Thoughts Arrive', dat vertrekt van een kale elektronische beat en laag na laag opbouwt naar een grootse strijkersfinale, is daar dan ook een uitstekend voorbeeld van. En bovendien ook nog eens een prachtig nummer, waarin het zalig wegdromen is.
Meer over Hood
Verder bij Kwadratuur
Interessante links