"Mijn tijd zal nog komen", zo moet Mahler over zijn eigen muziek gezegd hebben en weinig symfonieën illustreren die uitspraak beter dan zijn vijfde, nu een van Mahlers populairste maar bij haar première, in 1904 in Keulen blijkbaar slecht ontvangen want Mahler merkte op: "niemand begreep het... Ik wilde dat ik de première pas vijftig jaar na mijn dood kon dirigeren".
Zoals alle werken van deze laatromantische Oostenrijkse componist, is ook de vijfde door en door autobiografisch, al zijn de verwijzingen naar composities van zichzelf en andere componisten hier wat minder duidelijk dan in de vier voorgaande symfonieën. Maar het eerste deel, dat hier te beluisteren valt, is qua sfeer nauw verwant aan twee liederen die Mahler rond dezelfde tijd als de symfonie componeerde, genaamd 'Revelge' en 'des Tamboursg'sell', liederen waarvan de thematiek even militair als morbide is. En die preoccupatie met de dood, die Mahler zijn hele leven lang zou kenmerken, vindt haar uiting in de strikte dodenmars waarmee deze vijfde symfonie opent. Een ongewoon begin maar het startpunt voor een over het algemeen toch optimistisch werk dat met een begrafenismars (de begrafenis van het hoofdpersonage misschien, Mahler zelf dus) opent maar na een woelig tweede deel, een afwisselend donker en vrolijk scherzo en een lieflijk langzaam deel uitmondt in een ronduit jubelende, feestelijke finale.
Over de audio
Dit is een live-opname uit het Amsterdamse concertgebouw met de Letse dirigent Mariss Jansons aan het roer van het wereldberoemde concertgebouworkest. En jammer genoeg is dit slechts het eerste deel van een ook verder uitstekende uitvoering van Mahlers vijfde. De oorsprong van dit eerste deel is nog terug te vinden in haar strofische vorm, eigen aan de meeste romantische liederen, waarin strofes en refrein (dat laatste steeds in een sterk gewijzigde vorm want Mahler is geen componist die zichzelf herhaalt) elkaar afwisselen. En dat triestige refrein, het hoofdthema dus, stelt Mahler meteen na de krachtige inleiding. Luister naar de stevige, haast arrogante koperblazers die de symfonie openen, de fluisterende, triestige toon die de strijkers kunnen aanslaan en de afgemeten, beheerste interpretatie die dirigent Mariss Jansons aan zijn orkest oplegt en deze muziek uitstekend past.
Meer over Gustav Mahler
Verder bij Kwadratuur
Interessante links