De Franse pianist Eric Le Sage rondde nog maar pas een integrale opname met alle kamermuziekwerken van Robert Schumann af, of hij richt zijn pijlen al op een componist van een totaal ander allooi. Met de doorwrochte muziek van de Fransman Gabriel Fauré heeft Le Sage niet alleen dezelfde geboortegrond gemeen, maar ook een muzikale taal die niet louter op het Franse gericht is. Zeker in de latere werken slaat Fauré bruggen naar het Germaanse idioom, zij het niet overdreven en op een wijze die eigengereid blijft.
Het tweede volume van Le Sage's integrale project bevat de twee piano kwartetten: heel anders van sfeer, en tegelijk duidelijk werken uit dezelfde pen. Waar het tweede kwartet opus 45 een lang uitgesponnen hoogtepunt vormt, krijgt het eerste (opus 15) misschien meest gewicht in het breekbare 'Adagio'. Eric Le Sage, Lise Berthaud (altviool), François Salque (cello) en Daishin Kashimoto (viool) gaan niet voor een corpulente, gezwollen versie van dit integere zwaartepunt, maar ze vertolken innerlijk bedeesd, doch nooit gereserveerd of al te gereguleerd. Een erg pure verklanking is het gevolg: geen grote kunstgrepen, maar muziek die zich fantastisch over heuvels en dalen heen beweegt, in een lange melancholische ademtocht.