Liszt wordt vandaag bekeken als de vader van het symfonische gedicht, een term die hij zelf trouwens voor het eerst gebruikte, en waarmee hij een symfonisch werk, in één deel, bedoelde, dat zijn inspiratie haalde in buitenmuzikale domeinen; als karakterschets van historische figuren, als verklanking van gevoelens of (filosofische) ideeën, of als uitbeelding van natuurtaferelen. Toen Liszt aan het eerste van zijn dertien symfonische gedichten begon, had hij vooral naam als pianovirtuoos en componist van verblindend moeilijke pianowerken. Hij was zo onzeker van zijn kunnen als orkestrator dat hij hulp zocht bij onder andere de Zwitserse componist Joseph Joachim Raff bij het instrumenteren van zijn composities. Toch is het verkeerd om aan te nemen dat Liszt zijn orkestratie aan derden overliet, zoals kwatongen wel eens beweren. 'Les Préludes' is een allegorie voor het leven zelf en hierin bevat het perfect Liszts visie op het symfonische gedicht. In plaats van letterlijk en chronologisch gebeurtenissen weer te geven in de muziek, (zoals dat in filmmuziek gebeurt, of in Richard Strauss' symfonische gedicht 'Till Eulenspiegel'), houdt Liszt zich eerder aan het schetsen van een bepaalde gemoedstoestand, van eerder algemene indrukken over een bepaald thema. En dit thema wordt opgesomd in de regels van de Franse dichter Alphonse de Lamartine, die aan de eerste uitgave van het werk voorafgingen: "Wat is ons leven meer dan een reeks preludes tot dit ongekende lied, waarvan de eerste plechtige noot geklonken wordt door de dood? Liefde, leed, vrede, overwinning – zo heten deze preludes."
Over de audio
Les Préludes begint met een motiefje dat Liszt ontleende aan een van Beethovens late strijkkwartetten, waar het verschijnt met de profetische woorden 'Muss es sein?'. César Franck zou ditzelfde motief trouwens later ook gebruiken als leitmotiv in zijn symfonie in d klein. Het is echter niet dit motief, dat tot een hoopvolle en grootste climax in het orkest leidt, dat als hoofdthema van het werk vormt. Dit is een rustig en breed thema, geïntroduceerd door de hoorns en overgenomen door de andere blazers en, later, strijkers. Dit vijftien minuten durende werk is ruwweg in drie grote delen onder te verdelen. Als het eerste deel een zekere ambiguïteit over zich heeft – niet dramatisch maar ook niet volledig vredig en enigszins twijfelend – dan klinkt de tweede sectie, (ingezet door een dreigend motiefje in de lage klarinetten), onverbloemd stormachtig. In het derde deel is de storm gaan liggen, en begint Liszt aan een groots opgezette orkestrale crescendo, beginnend met enkele vinnige maar tedere motiefjes in de houtblazers. In deze vrij recente opname (2005) toont het BBC Philharmonic Orchestra onder leiding van haar chef- dirigent Gianandrea Noseda zich als een bijzonder fijngevoelig en delicaat orkest, dat met een gestroomlijnde, heldere klank en veel transparantie Liszts muziek toch het nodige theater kan meegeven.
Meer over Franz Liszt
Verder bij Kwadratuur
Interessante links