Toen Fausto Romitelli op 27 april 2004 overleed, amper 41 jaar oud, was hij één van die "klassiek" componisten op wie de typering "klassiek" al lang geen vat meer had. Beïnvloed door de grote generatie van na WO II (György Ligeti, Giacinto Scelsi), de nieuwere lichting componisten (Hugues Dufourt, Gérard Grisey) en helden uit de hedendaagse elektronische muziek als Aphex Twin, Scanner en DJ Shadow, was Romitelli een componist geworden van muziek die even veelzijdige was als persoonlijk. Voor Romitelli geen stijlhopping, maar een taal die hem resoluut eigen was en tegelijkertijd de deur openhield naar brede lagen van het publiek.
Romitelli werd geboren op 1 februari 1963 in Gorizia (Italië) en studeerde compositie aan het Giuseppe Verdi Conservatorium van Milaan en later ook aan de Accademia Chigiana in Siena en de Scuola Civica van Milan. In 1991 richt hij zijn blijk naar Parijs en belandt hij op het IRCAM, waar hij naast compositie ook muzikale toepassingen van informatica studeert.
Zijn relatief jonge leeftijd belette hem niet om tal van prijzen en compositieopdrachten in de wacht te slepen bij grote spelers op het hedendaagse muziektoneel. Zijn muziek was te horen op festivals als de Biënnale van Venetië, Gaudeamus in Amsterdam, Ars Musica in Brussel of op de gerenommeerde zomercursussen van Darmstadt. Romitelli schreef werken voor onder andere het Ensemble Recherche, het Ensemble InterContemporain en Ictus, met wie Romitelli een speciale band ontwikkelde: het Belgische collectief maakte niet alleen een integrale opname van Romitelli's 'Professor Bad Trip' (waarvan het derde deel geschreven werd voor het ensemble), maar ook van zijn laatste werk 'An Index of Metals' uit 2003.

Over de audio

Naar eigen zeggen beschouwt Romitelli geluid als materiaal met heel specifieke kenmerken: korrel, dikte, poreusheid, densiteit, helderheid en elasticiteit. Door deze kenmerken te manipuleren gaat hij het materiaal bewerken als een beeldhouwer die ingrijpt op de kwaliteiten van de klank. Elektronica is voor hem daarbij een hulpmiddel dat de mogelijkheden van het zuiver akoestische nog uitbreidt. Nog steeds volgens Romitelli zelf besteedde hij met het vorderen van de jaren steeds meer aandacht aan niet-klassieke klanken tot het "gewelddadige, haast metalen geluid van rock en techno" toe.
Hoe deze ambitie concreet vertaald wordt, is te horen in 'Hellucination 2/3: Risingril / Earpiercingbells' uit de tv-opera 'An Index of Metals'. Aan de ene kant is er het gebruik van elektrische gitaar en basgitaar, die er niet als curiosum bij gesleurd worden, maar die echt in het ensemble meespelen. Ze voorzien de algemene sound van een gemene diepte die door het gebruik van distortion geweldig brutale proporties aanneemt. Aan de andere kant wordt de stem van de zangeres vervormd en manipuleerd, waardoor het bij momenten kwaadaardige karakter ervan nog bijtender voor de dag komt.
Het stuk valt uiteen in twee grote delen. In het eerste (van het begin tot 4'25") herhaalt zich steeds een gelijkaardige formule, waarbij een vrouwenstem aanvankelijk met een musicaltimbre en heel aanlokkelijk inzet, om enkele seconden later haar dekmantel af te gooien en als een heks naar de luisteraar te bijten. In het tweede deel gaat Romitelli naar een dramatische en brede climax toe die de luisteraar totaal van zijn stoel dreunt met muzikaal geweld waarvan zelfs de grootste pacifist alleen maar onder de indruk kan zijn.

Meer over Fausto Romitelli


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.