De Romazigeuners van de Fanfare Ciocărlia zijn allemaal afkomstig uit het plaatsje Zece Prajini, in het oosten van Roemenië. Hun brassbandcultuur is sterk verankerd in het dagelijkse leven, waarbij ze (soms urenlang) te horen zijn tijdens feesten en andere sociale gebeurtenissen. In 1996 bezoekt de Duitse producer Henry Ernst het dorp. Die stelt enkele muzikanten voor om op tournee te gaan, wat meteen de geboorte is van de Fanfare Ciocărlia. Twee jaar later verschijnt hun eerste cd.
Sindsdien zijn de muzikanten van de groep afwisselend op tournee of in hun thuishaven, waar ze nog steeds hun sociale functie opnemen. Hun repertoire bestaat uit traditionele zigeunermuziek, aangevuld met Turkse, Bulgaars, Servische en Macedonische invloeden, maar evengoed uit composities van Duke Ellington of het bekende James Bond thema.
Voor 'Queens and Kings', het vijfde album, trekt de groep op reis om op te nemen met diverse Romamuzikanten. De plaat wordt opgedragen aan Ioan Ivancea, Fanfare Ciocărlia's klarinettist die in oktober 2006 overlijdt. 'Queens and Kings' wordt meermaals bekroond met onder andere een BBC Radio 3 World Music Award.
Naast het podium en de cd's is de groep ook te horen op het grote scherm, ondermeer in 'Borat' (met een versie van 'Born to be Wild') en het leven van de groepsleden zelf in hun thuishaven Zece Prajini is het onderwerp van de film 'Iag Bari - Brass on Fire'.
Over de audio
Voor 'Que Dolor' zoekt de Ciocărlia het gezelschap op van het collectief Kaloome. Het resultaat is ongetwijfeld een van de hoogtepunten van 'Queens and Kings'. De injectie van de scherpe flamencoritmiek van Kaloome, gecombineerd met de fenomenale Ciocărliasound van de blazers doet het nummer daveren als een trein en geeft het bovendien een contrastrijk verloop.
Meer over Fanfare Ciocărlia
Verder bij Kwadratuur
Interessante links
