Ermanno (of Hermann) Wolf-Ferrari is een van die vergeten componisten die, aan het begin van de twintigste eeuw, resoluut voor tonaliteit, klassieke lijnen en vormen koos en daardoor door een hele generatie muziekcritici in het verdomhoekje geduwd werd; de invloedrijke filosoof/criticus Theodor Adorno (die vlammende commentaren over mensen als Richard Strauss en Stravinsky schreef) vond het niet eens de moeite waard woorden aan hem vuil te maken. Daarom is het nu, zestig jaar na zijn dood, een heerlijke verrassing om Wolf-Ferraris muziek opnieuw te ontdekken, want de man schreef muziek die misschien minder vernieuwend was, maar waarvan dit ruimschoots goedgemaakt wordt door zijn spontaniteit, charme en eerlijkheid.
Wolf-Ferrari werd geboren als kind van een Italiaanse moeder en een Duitse vader en dat weerspiegelt zich ook in de verschillende muzikale invloeden die hij in zijn muziek bewerkte. Enerzijds is er de eerbied voor het strenge Duitse barokke contrapunt (Buxtehude, Biber en Bach natuurlijk) en de invloed van Richard Wagner, die het voorbeeld vormde voor zowat alle operacomponisten rond de eeuwwisseling. Anderzijds vind je in Wolf-Ferraris muziek ook moeiteloos een Italiaanse 'joie-de-vivre' terug – het grootste deel van zijn opera's zijn niet voor niets onbezorgde komedies.
Over de audio
Net als zijn tijdgenoot Richard Strauss, maakte Wolf-Ferrari naam met een reeks erg succesvolle opera's voor en net na de eerste wereldoorlog, alvorens zich te wijden aan muziek voor kleinere bezettingen. Het concerto voor fagot en kamerorkest (strijkers en twee hoorns) is zo een prachtvoorbeeld van een kleinschalig werkje dat de wereld van de romantiek, met zijn beladen harmonieën en magistrale thematiek achter zich laat en terugkeert naar de elegantie van Mozarts Weense classicisme.
De drie concerto's die Wolf-Ferrari voor houtblazers schreef (hobo, althobo en fagot) zijn vierdelig maar volgen in grote lijnen de klassieke driedelige concertovorm, zij het dan met een lichtvoetig scherzo midden tussen het openingsdeel en het trage deel. Het scherzo uit het concerto voor fagot is extreem kort maar erg humoristisch opgevat. De karakteraanduiding 'Strimpellata' is afgeleid van het Italiaanse 'Strimpellare', wat 'krassen' of 'tingelen' betekent – en dat zegt genoeg over het karakter van deze muziek.
Meer over Ermanno Wolf-Ferrari
Verder bij Kwadratuur