De Belgische percussionist Eric Thielemans (1969) volgde aanvankelijk een klassieke percussieopleiding, maar maakte nog tijdens zijn studies de overstap naar de jazz. Hij is/was te horen naast en met Jean-Yves Evrard, Rudy Trouvé (Tape Cuts Tape), Josse De Pauw, Chantal Acda, Tim Vanhamel (Coca-Cola met God), speelt in Jozef Dumoulins Lidlboy en het Jozef Dumoulin Trio (met Trevor Dunn) en was lid van het Ben Sluijs Quartet en Mâäk’s Spirit. Enkele jaren geleden startte hij het EARR ensemble waarvoor hij een beroep doet op binnen- en buitenlandse muzikanten, waaronder Claron Mc Fadden, Hilary Jeffery en Peter Jacquemyn.
Dat er heel wat jazzmuzikanten onder zijn gewezen en huidige muzikale compagnons zitten, betekent niet dat Thielemans zichzelf tot dit genre beperkt. Het genreoverstijgende van zijn muziek komt het best tot uiting in zijn solowerk dat onder de aandacht kwam met ‘A Snare is a Bell’, een project, oorspronkelijk opgezet voor solo kleine trom.
In 2010 verscheen een eerste solo-cd in eigen beheer, waarop er hoofdrollen weggelegd zijn voor een grote orkesttrom, rubberen balletjes en een met een strijkstok aangestreken fietswiel. Dat album werd in 2014 gevolgd door ‘Sprang’ dat uitkwam op het label Miasmah en waarop Thielemans een grote voorliefde voor de marimba en veel klein percussiewerk laat horen.
Eric Thielemans over ‘Sprang’, de titeltrack van zijn recentste solo-cd:
De laatste twee jaren ben ik de marimba beginnen integreren in mijn set up. De marimba staat symbool voor een terugblik of ode aan het jongetje in mezelf en zijn muzikale wereld. Als kind studeerde ik slagwerk aan de muziekschool en speelde ik hoofdzakelijk melodisch slagwerk: pauken, marimba, vibrafoon...
Op mijn twintigste besloot ik me toe te leggen op het drumstel en jazz te gaan studeren. Jazz als in: een discipline waarin het instrument van mijn keuze me weerstand zou bieden, me zou verplichten diep te gaan in de materie en me om diezelfde reden ook houvast zou kunnen geven. Misschien was het op dat moment ook gewoon tijd voor iets anders. Ik had immers al jaren van slagwerkstudie achter de rug. Deze weg verderzetten op een conservatorium leek me op dat ogenblik niet opwindend genoeg. Bovendien was ik sowieso al ernstig schoolmoe: de wereld en de vrijheid lonkten.
Met de marimba keer ik terug naar een naïeve staat van muzikant zijn, breng ik er hulde aan. Tijdens het creëren van dit album stond het me laten meevoeren door de muziek zelf voorop, zonder al te conceptueel te willen zijn. Het brengt me als vanzelf ook in een meer melodische speelmodus, al laat ik me sowieso bijna altijd wel leiden door een melodisch gevoel bij wat ik speel.
Verder kan je ook de 'basdrum + objects' horen in deze track: een setup die bestaat uit een op zijn platte kant liggende grote basdrum (waarbij een van de vellen als tafelblad wordt gebruikt zeg maar) en een reeks al dan niet muzikale objecten die ik gebruik, manipuleer, aansla, strijk, kneed op dat basdrumvel. Deze setup kan voor mij heel veel verschillende facetten en energieën bespelen: van zeer ruw, rauw, dreigend en luid tot heel fijn, (over)gevoelig, resonerend en subtiel.
Tijdens het creatieproces van dit album heb ik ingezoomd op deze set up. Ik heb er materialen en configuraties van objecten en speelwijzen op afgezonderd en zodoende tot composities of speelzones gedefinieerd.