Met zijn groep Underground maakt Dejan Terzic de cirkel rond. De Balkaninvloeden van deze band brengen hem terug naar zijn jeugdjaren die hij beleefde in het toenmalig Joegoslavië. Of Terzic veel herinneringen overgehouden heeft aan die tijd is nog maar de vraag, want reeds op driejarige leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Duitsland.

Hij begon vroeg piano te spelen, maar schakelde op zijn twaalfde over naar de drums. Rock- en funkbands vormden aanvankelijk zijn natuurlijk habitat, tot hij Kenny Kikland en Branford Marsalis hoorde spelen op Stings ‘Bring on the Night’ en de jazz in zijn leven kwam. In 1999 werd Terzic lid van het Antonio Farao Trio. In die hoedanigheid maakte hij opnames met Bob Berg, de laatste voor de Amerikaanse saxofonist overleed. Later belandde hij onder andere in Nils Wograms trio Nostalgia.

‘Four For One’, Terzics eerste album onder eigen naam verscheen in 1998, gevolgd door ‘Coming Up’ in 2002. De eerste, titelloze plaat van Underground kwam uit in 2006. De band bestond toen uit Terzic zelf, rietblazer Chris Speed, bassist Mark Helias en gitarist Frank Moebus. Deze bezetting werd gehandhaafd op ‘Continuum’ uit 2008, maar voor ‘Diaspora’ (Terzics eerste plaat voor Enja) werd de groep gevoelig vertimmerd: Brad Shepik en Henning Sievert namen de plaatsen in van respectievelijk Frank Moebus en Mark Helias en met de komst van accordeonist Tino Derado werd Underground een kwintet.

Over de audio

In ‘Lambtale’ grijpt Terzic terug naar verschillende aspecten van de Balkanmuziek en zet hij die in één beweging naar zijn hand. Bij het begin is een marsachtig melodisch fragment te horen dat slechts enkele seconden duurt en daarna overgaat in een meer hoekige metriek die net niet in een klassieke maatsoort past. Net voor het stuk een minuut weg is, wordt de compositie breder, waardoor ruimte ontstaat voor een zigeunermelodie gespeeld door saxofoon en gitaar.

De hoekige metriek keert terug wanneer de gitaarsolo inzet. Terzic nestelt zich echter niet in een groove en houdt de onderbouw constant in beweging, hier en daar versterkt door een verzelfstandigende gitaar. De begeleiding begint zich meer en meer te roeren tot op 04:24 de gitaar de soloruimte krijgt. Tegelijkertijd belandt de groep terug in de bredere passage. Terzic gaat nu in de begeleiding nog verder dan bij de saxofoonsolo en hij laat de duidelijke regelmaat helemaal los, waardoor het zijn beurt is om voor een contrapuntische tegenstem te zorgen. De houvast ligt in handen van het regelmatig spelende Tino Derado. Wanneer ook die er de brui aan geeft, loopt de gitaarsolo over in een drumsolo.

Vlak voor het einde (06:43) verschijnt de korte marsmelodie opnieuw, gevolgd door het hoekiger klinkende deel, waarmee ‘Lambtale’ terug in duidelijker vaarwater terecht komt.

Meer over Dejan Terzic Underground


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.