De Amerikaanse trompettist Dave Douglas geeft de legendarische Miles Davis als één van zijn grote voorbeelden. En als er anno 2005 één trompettist met recht en reden kan zeggen dat hij de troonopvolger van de legendarische Davis is, dan is dat Douglas wel. Geboren in 1963, Montclair New Jersey, belandde hij via de piano en de trombone bij de trompet. Dat Douglas' werk in de jazzrekken geplaatst wordt is zondermeer verdedigbaar, al zoekt zijn muziek even vaak als graag de kantjes op: klezmer, elektronica, vrije improvisatie en klassieke kamermuziekwerken of stukken voor theater zijn hem niet vreemd. Niet verwonderlijk voor een man die zowel Igor Stravinsky, John Coltrane als Stevie Wonder als invloeden opgeeft.
Dat Douglas ondertussen zijn plaats in de geschiedenisboeken heeft veilig gesteld, kan mathematisch gemakkelijk afgemeten worden aan de prijzen die hij met karren mocht en mag wegrijden bij diverse polls. Zo is hij sinds 2000 onafgebroken vaste klant bij de bekende Down Beat Awards: als trompettist, componist of als maker van de cd van het jaar. Ook JazzTimes Magazine en Jazzman voorzagen Douglas' schoorsteen van de nodige kleinigheden en in 2003 was 'The Infinite' bij de genomineerd voor het beste instrumentale jazzalbum van de Grammy Awards.
Meer dan de prijzen zijn het echter Douglas' muzikale activiteiten die van hem de meest invloedrijke, nog levende trompettist maken. Als trompettist bij John Zorns Masada speelde hij zich het collectieve muziekgeheugen in en de lijst van andere muzikale partners leest als een wie is wie in de hedendaagse muziek: Joe Lovano, Bill Frisell, Don Byron, Steve Lacy, Fred Hersch, Anthony Braxton, Louis Sclavis, Henry Grimes, Tim Berne, Tom Waits, Rabih Abou-Khalil, DJ Olive, Ikue Mori, Han Bennink, Misha Mengelberg, Chris Potter, Uri Caine, Mark Turner, Roswell Rudd, Andrew Cyrille, Marc Ribot, Mark Dresser, Mark Feldman, Marty Ehrlich ...
Het kwintet waarmee Douglas in oktober 2002 te gast was in het Bimhuis (Amsterdam) bestond naast de leider/componist/trompettist zelf uit Rick Margitza (ts), Uri Caine (Fender Rhodes), James Genus (b) en Clarence Penn (d).
Over de audio
In 'Caterwaul' laat Dave Douglas zich van zijn speelse, plagerige componistenkant zien. Het thema hotst, botst en kronkelt verder, waarbij de relatie tussen de melodie (trompet en tenorsax) en de begeleiding van de ritmesectie steeds verandert. Nu eens is er gewoon de verdeling melodie-begeleiding, dan weer lopen de verschillende instrumenten perfect ritmisch gelijk en bij momenten smokkelt het kwintet enkele seconden swing binnen. Inderdaad, enkele seconden, want de verschillende geledingen van het thema duren nooit langer dan 7 seconden. Douglas laat de luisteraar gewoon niet met rust en kietelt en pitst zonder ophouden.
Wanneer de solo's gespeeld worden (trompet, saxofoon, Fender Rhodes) valt op dat de begeleiding die onder het thema zat gewoon doorloopt.
Meer over Dave Douglas Quintet
Verder bij Kwadratuur
Interessante links