Altsaxofonist Darius Jones is een man met een missie. Zijn eerste drie studioplaten onder eigen naam (telkens opgenomen met andere muzikanten) bestempelde hij zonder schroom als een autobiografische trilogie en er wordt wel eens gefluisterd dat zijn toekomstige projecten via hetzelfde stramien zullen verlopen. Nadat de eerste twee hoofdstukken van deze trilogie telkens met een trio werden afgewerkt, nam Jones het derde deel ‘Book of Mae’bul’ op met een kwartet bestaande uit Matt Mitchell (piano), Trevor Dunn (contrabas) en Ches Smith (drummer).
De rauwe freejazzsound van de eerste plaat ‘Man’ish Boy’ is lang niet meer de enige troef binnen Jones’ muzikale spectrum. Op ‘Book of Mae’bul’ maakt de saxofonist tevens indruk op een minder directe of confronterende manier, via ballads en heel zoete of simpele melodielijnen bijvoorbeeld. Deze plaat is dan ook meer slow food voor de oren dan zijn twee voorgangers.
Op ‘Winkie’, de kortste track van de plaat, wordt de energie van Jones gekanaliseerd in een mooie, melodieuze compositie. Het stuk kent een hoekig thema dat met semi-dissonante pianoakkoorden wordt afgebakend. De solostok wordt in het eerste deel voortdurend doorgeven tussen Jones en Mitchell, terwijl Smith en Dunn schijnbaar enkel aan het tempo moeten houden en voor de rest hun zin mogen doen. Een kort duostuk van bas en drums leidt het thema opnieuw in, waarna opvallend mooi en rustig wordt afgesloten door het pianotrio.