Mahmoud Jreri en de broers Suhell en Tamer Nafar, allen twintigers, groeiden op in de buitenwijken van Lod, een plaats bewoond door een mix van Arabieren en joden op 20 km van Jeruzalem. Het ligt dan ook voor de hand dat hun teksten doordrenkt zijn van het conflict tussen Israëliërs en Palestijnen. Opvallend daarbij is echter dat ze niet zomaar de Palestijns kaart trekken (opkomen voor vrijheid en gelijkheid), maar dat ze ook openlijk spreken over terrorisme en vrouwenrechten.
De groep ontstond in 1990 en hun debuutalbum 'Stop Selling Drugs' verscheen acht jaar later. De opvolger 'Min Irhabi' ('Wie is de Terrorist?' – 2001) leverde de groep nationale en zelfs internatonale aandacht op. Het controversiële titelnummer werd binnen de maand meer dan een miljoen keer gedownload van de website ArabRap, de Franse editie van het muziekmagazine Rolling Stone verspreidde het gratis en het was te horen op verschillende pro-Palestijnse demonstraties. Met deze aandacht werden de poorten geopend naar een internationale release die er kwam in 2006 met het album 'Ihda' ('Toewijding').
De band was te zien in verschillende films en documentaires zoals 'Mocal Angel' van de Israëlische regisseur Udi Aloni en 'Forgiveness' de film van Udi Aloni die in 2006 geselecteerd werd voor het festival van Berlijn.
Over de audio
In 'Mali Huriye' ('I Don't Have Freedom') spreken de leden van D.A.M. over de figuurlijke ("tralies van paragrafen") en de letterlijke (de scheidingsmuur) gevangenschap van de Palestijnen. Grof uithalen of fulmineren is er niet bij. Trots, volharding en verlangen naar een beter toekomst overheersen, zowel in de gerapte strofes (met achtereenvolgens Tamer Nafar, Mahmud Jreri en Suhell Tafar aan het woord) als in het gezongen refrein.
Op het einde krijgt de tekst een bittere ondertoon:
"Wij willen een boze generatie / Die de hemel ploegt en de geschiedenis opblaast / Die onze gedachten opblaast / Wij willen een nieuwe generatie / Die geen fouten vergeeft / Die niet toegeeft / Wij willen een generatie van reuzen." Dat uitgerekend dit gedicht opgezegd wordt door een klein meisje, maakt het einde van 'Mali Huriye' beklemmend en ongemakkelijk.
Muzikaal drijft het hele nummer op een Arabische melodie die al zingend en door de ud gebracht wordt, ondersteund door percussie. In de refreinen en de intro is dit basismateriaal ongeschonden te horen, maar in de strofes wordt er (muzikaal verantwoord) de schaar ingezet. Door het verwerken van de basissamples telkens anders te doen, krijgen de verschillende strofes elk een eigen muzikale achtergrond.
Meer over D.A.M.
Verder bij Kwadratuur
Interessante links