Cibelle Cavalli is een excentrieke Braziliaanse die graag gestalte geeft aan muzikale alter-ego’s in een bijzondere setting: Nadat een allesverwoestende klimaatstorm enkel nog gemuteerde neushoorns, braakland en betonnen doodskisten achtergelaten heeft, is het Las Vênus Resort Palace Hotel de laatste plek op aarde waar de naar de ruimte gevluchte mens naar kan terugkeren om te genieten van wulpse melancholie. Cibelle vermomt zich als de betoverende Sonja Khalecallon, een cabaretzangeres die, geholpen door getrainde primaten, de gasten alle besognes moet doen vergeten. Haar medicijn is een speelse mix van onaardse fluisterpop die vrolijk zwiept tussen luchtig georchestreerde exotica, zwoele samba en bliepende americana.
Over de audio
De luisteraar is al diep binnengedrongen in de vreemde wereld van Sonja Khalecallon als dit nummer door de boxen weerklinkt. In ‘Sapato Azul’ (Blauwe Schoen) hoort de luisteraar dat de wereld is dolgedraaid, en springt mee op de ontsporende carroussel.
‘Sapato Azul’ is een van drukker georchestreerde tracks op de plaat, maar draagt evenzeer de broeierige blauwdruk van een Cibelle-nummer in zich: in sé is het een dromerig nummer dat zeemzoet en verleidelijk achter de oren wil likken. Sonja Khalecallon is echter geen vrouw die van een directe aanpak houdt. De fantasie wordt gewiekst ingepakt in schreeuwende gitaren en hondsdolle orgeltjes. Deze ruige textuur contrasteert heerlijk met de poppy sambazang van een sensueel zingende Cibelle.
Een overstuurde gitaar opent het nummer wanneer hij zijn weg zoekt naar een melodie tegen achtergrond van sfeervolle percussie en wegwaaiende stadgeluiden. Cibelle’s zijdezachte stem wordt scherp vervormd - een weerspiegeling van het contrast tussen decadente droom en harde realiteit waar ze op deze plaat zo graag mee speelt. De mix tussen Portugees en Engels maakt het allemaal wat universeler, en sexier.
Het lichtvoetige ritme van de gladde sambabass wordt overschreeuwd door de stevige gitaren. De melodieën van de gitaren gaan van razende surflijnen tot een verdwaalde marriachi-riff. Terwijl de bas onverstoord zijn gracieuze zelf blijft, lijkt de chaotische gitaar zijn eigen ding te doen, zich weinig aantrekkend van de song zelf.
Dat beklemmende gevoel nog versterkt door het gebruik van extreme panning: ver in het linkeroor speelt een snerpende gitaar een contrapunt tegen de baslijn, terwijl in het linkeroor de organist springerige arpeggio’s speelt die vlug ontaarden in snel fluitende echo’s.
Cibelle’s muziek is een krachtmeting tussen lieflijkheid en perversiteit.
In detail
00:00
Intro
00:15
Thema (instrumentaal): rollende, repetitieve baslijn en sobere percussie contrasteren met een al te enthousiaste gitaar
00:44
Thema (vocaal): een extra surfgitaar rolt traag echoënd tegen het ritme binnen + de ijle chocoladestem verdrinkt in de reverb
01:30
Break 1: lange, bijna Oosterse vocalen uithalen en marriachi gitaren
01:40
Het thema keert ontspoord terug: een bijna dissonant orgel doet zijn eigen zin, ook al proberen lieflijke vocale harmonieën de droom te bewaren
02:00
Break 2: Het thema wordt doorgezet, tegen de zin van het orgel dat volledig ontaardt.
02:20
Funky sambapop
02;43
Thema
02:57
Break 1
03:19
Thema vocaal
03:37
Break 2 waarin de gitaar mee opgehitst wordt door de joelende orgelpartij
03:57
Eclectische gitaarfinale: door de effectenmuur klinken nog enkele zuiderse gitaarriffs
Meer over Cibelle
Verder bij Kwadratuur
Interessante links