De Amerikaanse pianist Cecil Taylor werd geboren in 1929 en studeerde in de eerste helft van de jaren '50 moderne klassieke muziek aan New England Conservatory of Music. Na zijn studies belandde hij in de scène van de swingjazz en de R&B tot hij begon samen te werken met muzikanten als Steve Lacy, Archie Shepp, Jimmy Lions, Henry Grimes, Sunny Murray en Roswell Rudd. In deze verbanden begon zijn muziek te evolueren, hoewel zijn spel (zeker in plaatopnames) nog steeds geworteld bleef in de songcultuur.
In de jaren '60 kwamen geleidelijk aan de langere jams opzetten en ontstond Taylors eigen muziektaal die een balans zoekt (en vindt) tussen het exuberante, energieke, vrije spel en een weldoordachte, bijna klassieke vormgeving. Een reden tot succes was die ontwikkeling echter niet meteen. Daarvoor moest hij wachten tot de jaren '70, tevens de periode waarin Taylor begon met zijn legendarische soloconcerten. Hij bleef zijn spelconcept echter ook toepassen in ensembles en zelfs big bands. De gespeelde stukken werden langer en langer wat resulteerde in werken als het 76-minuten durende 'Air ABove Mountains' (1976), een uitputtingslag voor een pianist, moederziel alleen.
In de jaren die volgden leken de jaren geen vat te krijgen op de muzikale verbeelding van de pianoleeuw. Ook nu hij naar de 80 gaat blijft Cecil Taylor actief als pianist in ensemble- en soloverband.
Als piano verkiest Taylor een Bösendorfer met negen extra noten in de laagte.
Over de audio
Cecil Taylor is niet het soort pianist dat met hagel schiet om toch maar iets te raken. Improviseren betekent bij hem niet zomaar
iets doen. Daarvoor vertoont de opbouw van het tweede deel van 'The Willisau Concert' (opgenomen op 3 September 2000) te veel tekenen van opbouw, structuur en pianistieke vaardigheden.
De afgelijnde klanken die de idee uitmaken voor het begin van het werk komen op geregelde momenten terug. Hier is meteen ook te horen hoe groot Taylors controle en beheersing van het instrument is. De verzorgde aanslag en de finesse van het totaalbeeld van zijn spel getuigen van een opvallend vakmanschap.
Grote dramatische breuken en gemakkelijke effecten heeft hij niet nodig om de muziek op te bouwen en de luisteraar daarin mee te nemen. Wanneer de onrust voor de eerste keer echt toeneemt na ongeveer twee minuten gebeurt dit niet abrupt, maar komt de evolutie voort uit wat er daarvoor gespeeld werd. Een minuut later (na een kleine terugval) bouwt hij opnieuw op, maar nu speelt hij het spel nog pianistieker, waarbij zijn muzikale wendbaarheid extra uitkomt.
Zo bouwt Taylor gestaag aan een muzikaal verhaal van 13 minuten dat consistent en logisch klinkt zonder voorspelbaar te worden. De invloeden van eerder speelse klassieke muziek die na ongeveer 5'25" te horen zijn, klinken in de hele stroom van de muziek niet als een stijlbreuk, maar worden door de pianist logisch opgenomen in het discours.
Meer over Cecil Taylor
Verder bij Kwadratuur
Interessante links