Ergens in 1996, ergens in Cuba zat producer Nick Gold van het label World Circuit vruchteloos te wachten zijn muzikanten: Malinese instrumentalisten die hij wilde koppelen aan Cubaanse collega’s. De Malinezen daagden niet op en Gold begon alvast opnames te maken met de Cubanen. Het resultaat zou snel bekend worden onder als de Buena Vista Social Club, een hype die anderhalf decennium later en na het overlijden van verschillende Cubaanse legendes uiteindelijk wat begint af te nemen.
De Cubaans-Afrikaanse connectie liet Gold echter niet los en in 2010 verscheen het album ‘AfroCubism’, waarop de band Grupo Patria van de Cubaanse zanger-gitarist Eliades Ochoa (de legendarische stem van ‘Chan Chan’) het gezelschap krijgen van een Afrikaanse all star formatie met ondermeer Toumani Diabaté, Bassekou Kouyate en Baba Sissoko.
Voor grote gebaren moet een luisteraar niet aankloppen bij de muzikanten van AfroCubism. De explosiviteit van de Afro of expliciete virtuositeit zijn ondergeschikt aan de souplesse en de vanzelfsprekendheid. Dit levert staaltjes op van elegantie die haast doen vergeten welke ritmische structuren er aan de basis liggen van de nummers. Zo ook bij ‘Jarabi’ (passie), een compositie die reeds gespeeld word door Ali Farka Touré en Toumani Diabaté.
Van meet af aan is te horen dat het om een muzikale joint venture gaat. De Cubaanse tres en percussie krijgen direct het gezelschap van de Afrikaanse balafon en het glinsterende snarenspel van de kora. Later wordt de klank verrijkt met elektrische gitaar, maar door de band genomen, drijft de hele track op een zelfde groove die in alle complexiteit zo vlot en natuurlijk gespeeld wordt, dat een luisteraar snel vergeet wat er allemaal in te horen is.