What’s Next, dat is “do it yourself” op niveau van de hedendaagse muziek: een bende twintigers die het heft in eigen handen nemen en er nog mee weg komen ook.
In 2009 werd Brussel getrakteerd op de eerste editie van What’s Next en de jonge organisatoren breien er dit jaar een vervolg aan. De sterke punten van de eerste versie werden door de organisatoren behouden, waardoor ook nu vooral de korte en gebalde optredens in het oog springen. Op deze manier is het nochtans compromisloze programma van What’s Next zeker van een stevige vaart en wordt variatie een constante doorheen de hele namiddag en avond.
Nieuw bij deze editie zijn performances/installaties die plaatshebben tussen 14.45u en 22u. Hiervoor deed de organisatoren van What’s Next een beroep op leeftijdsgenoten als de Franse componist Florent Colautti en het trio Meggy Rustamova, Ariane Loze en Dries Douibi (oud-studenten van KASK en RITS). Deze laatste drie brengen ‘In Cycli’, een performance die vertrekt vanuit een tapijt van papier, tape en verf, dat wemelt van de contrasterende kleuren en grillige figuren. De kledij van de performers, die aanvankelijk op het tapijt liggen, wordt gekenmerkt door dezelfde kleuren en motieven. Dit trompe l’oeil effect verdwijnt pas wanneer de acteurs beginnen bewegen en het tapijt zo tot leven komt.
Wanneer het klokvaste programma van concerten begint te lopen, wil dat bij What’s Next nog niet zeggen dat het klassieke concertconcept dominant wordt. Zo is er halverwege het festival een solo-optreden van geluidskunstenaar Jeroen Vandesande, die al samenwerkte met onder andere Thomas Smetryns en Rutger Zuydervelt (Machinefabriek). Al even opmerkelijk is het eerste concert van de dag. Onder de titel ‘Cathédrale Sonore’ staan hier niet de aan het conservatorium geschoolde muzikanten centraal, maar wel de samenwerkende improvisatieklassen van de academies van Oudergem (onder leiding van Bruno Crabbe) en Sint-Pieters-Woluwe (begeleid door Chantal Levie).
Wanneer het klassieke concertformat met ensembles die een op voorhand vastgelegd programma brengen, ingevoerd wordt, blijft het festival zweren bij de twintigers als uitvoerders, maar worden ook componisten van de vorige generaties toegelaten. Opmerkelijk, maar verklaarbaar daarbij is dat de ensembles die de vorige editie van What’s Next kleurden, ook nu weer aanwezig zijn. Verklaarbaar, aangezien de organiserende vzw in deze groepen vertegenwoordigd is bij de uitvoerende muzikanten. Het sextet bESIdES (waarvan de leden gemeenschappelijke wortels hebben als studenten aan de conservatoria van Antwerpen en Gent) is het eerste van de habituées dat aantreedt. Het gitaarkwartet ZWERM dat op de vorige editie de degens kruiste met een saxofoonkwartet, doet dat dit jaar voor ‘Plq’ met drummer Jeroen Stevens (I Love Sarah en iH8 Camera) en de Waalse elektronicamuzikant en componist Cédric Dambrain, die met zijn eenendertig meteen een van de oudere figuren op het podium is.
Het meest ervaren ensemble op de affiche (en de derde overlever van de vorige editie) is Nadar. Dit ensemble dat reeds eerder te horen was op o.a. Ars Musica en dit jaar ensemble in residence is op de legendarische zomercursus van Darmstadt, focust bij voorkeur op de jongere generatie (inter)nationale componisten. Op What’s Next zal het te horen zijn in ‘Quasare/Pulsare’ van Olga Neuwirth en ‘In Hyper Intervals’ van Johannes Kreidler dat daardoor een Belgische première krijgt.
Hoe sterk What’s Next het meent met de hedendaagse muziek, wordt extra onderstreept door het feit dat net als vorig jaar er ook tijdens deze editie maar één keer werk van reeds overleden componist gespeeld wordt. Dit jaar is dat Franco Donatoni, wiens muziek op het concert van het jonge Trio Mangalam gekoppeld wordt aan stukken Jonathan Harvey en Beat Furrer. Deze combinatie maakt van dit concert meteen een van de aanraders van het festival. De klankgevoeligheid en het oor voor detail van deze drie componisten is haast uitzonderlijk te noemen, wat in het geval van Harvey meer dan eens resulteert in ongewoon toegankelijke en betoverende muziek.
Voor het laatste optreden (21.30u) gooit What’s Next het over een heel andere boeg. Geheel onverwacht is het optreden van I Love Sarah echter niet te noemen. Met hun nu eens hoekige, dan weer chaotische noisy rock werd het duo van gitarist Rutger De Brabander en drummer Jeroen Stevens niet alleen de knuffel van de Belgische rock underground, maar dwongen ze ook respect af in improvisatiemilieus. Muziek die mikt op het hoofd, de benen, de muzikaliteit en het gevoel voor humor van de luisteraar: wie een beter orgelpunt kan bedenken voor een bruisend en breed geschakeerd festival als What’s Next, mag het zeggen.